Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 149

149

SOCIALE QUAESÏIE.

kinderen boven de twaalf jaren, maar voor kinderen onder de twaalf jaren

kortweg

zal

algemeene

de

gelden,

stelling

dat

geen arbeid

voor

ze

mogen gebezigd worden. Bovendien, wil

omvat

zijde

eene zijde

ile

Er

genoeg.

niet

is

Ie

aan de andere

veel,

gewaakt tegen de

niet in

Er

de kinderen in de fabrieken blootstaan.

waaraan

gevaren,

voorstel aan

liet

weer

het

is

geen

sprake van holidays, die naar bet uitmuntend Engelsch stelsel elk kind ten goede

komen (minstens acht

ook

zou

eens

kunnen ontspannen zonder

fabrieken hiervoor reeds gedaan.

hygiëne

de

beter

den Zondag daarvoor

altijd

Er ontbreekt een regeling voor de hygiëne. Veel

kiezen.

dat

„half- holidays" elk jaar), opdat het zich

Ik erken het.

dan thuis, vergeet men, dat in

zijn

naar

laten,

zoodra

Volgens

den

het

vereischten

Engelsche

het

de vraag, of het kind, zonder

heeft,

leeftijd

moet

stelsel

beweert,

dat de kinderen er

is,

mag worden

physieken toestand, onbepaald

zijn

men

als

te

op sommige

van fabrieken de aard van

tal

Ook

het fabrikaat den dampkring bederft.

onderzoek

Maar

de fabrieken zoo uitnemend

ojj

is

een

onaangeroerd.

blijft

surgical

toege-

daarover

certificale

uitspraak doen, en heeft dus een geneesheer te beoordeelen, of een kind,

ook

al heeft

op

te

indien

het de jaren, wel de lichaamssterkte bezit

Waarom

treden.

ook

dit niet in

bescherming

voldoende

worden, doel moet

zijn

de wet

van kinderen,

dezer wetgeving,

—

om

in fabrieken

opgenomen?

Althans

arbeid

gebezigd

die

tot

maar op

bijna niets

van

dit

alles is gelet.

Ik herhaal, de voorsteller heeft getracht een eerste schrede te doen,

maar heeft

onrechte gedaan, door eenvoudig een algemeen beginsel,

dit ten

een algemeene thesis in den vorm van een wetsartikel te gieten, en had

daardoor geen oog voor het bijzondere.

Mijn

bezwaar

laatste

kunnen vermoeden,

ligt in

tegen

wetsontwerp

het

men

zelf,

zal

het

het zesde artikel, over den leerplicht.

Ik verschil in mijn oordeel over den leerplicht van de meesten mijner

medeleden, die dezen morgen van deze zijde gesproken hebben.

op

Leerplicht

Onder

zichzelf acht ik niet in volstrekten zin ongeoorloofd.

zekere omstandigheden zou ik ze zelf wenschen.

waarom,

indien

onderwijs inziet, dat

moeder

vindt,

kinderen

geen

die,

men bij

slechts hier en daar

zou

zie

niet in,

onderwijs

kunnen

nog een enkelen vader of

uitzondering, liefdeloos genoeg te

zijn,

om

voor hun

begeeren, de maatschappij zich langer zou

moeten blootstellen aan het gevaar, dat individu's

Ik

de zedelijke volksopinie zoo algemeen het nut van het

voortvloeien.

uit de willekeur

van deze enkele

Onder het gestelde beding geloof

ik veeleer, dat er alleszins bevoegdheid toe zou bestaan, en geef niet toe,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen