Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 145

Van de verzoeninge van ons

143

God.

ra^t

6. God heeft alle onze ongerechonze zonden, Jes. 53 tigheden op hem doen aanlopen. :

2. De Martelaren hadden een vriendelyk God, een verzoent God, en zy voelden zyn byzondere gunste in haare zielen. Dit dede haar roemen in de verdrukkingen, 3. Doch Jesus en vrolyk zyn in haar lyden, Rom. 5 hadde te doen met een vertoorend Rigter, met de gramschap van zyn Yader, ontstoken tegen de zonden, en 10. moest God voor ons verzoenen, Rom. 5 :

:

De Martelaren ondergingen een gezegende dood 3. haar dood was kostelyk in de ogen des Heeren, Psalm 116 15. Maar Jesus onderging voor ons een vervloekte 13. Christus is een vloek geworden voor dood: Gal. 3 :

:

ons. 4. De Martelaren stierven een gedoodde, een overwonne 54. dood: haar gezang was dat van Paulus, 1 Cor. 15 De dood is verslonden tot overwinninge. Maar Jesus hadde te doen met een dood in haar geweld, en moest de dood zelve overwinnen, te niet doende die 't geweld des doods 14. hadde, Hebr. 2 :

:

5.

De Martelaren ondergingen

des lighaams

slegts de tydelyke

dood

zy waren bevryd van de Zieldood zy leden Ziele, maar Jesus gevoelde de helsche ver:

:

niet in de schrikkingen in zyne Ziele: daarom klaagde hy zo benaut. 38. Myne Ziele is geheel bedroeft tot 'er dood Matth. 26 :

toe.

Yrag.

Wat

gebruik moeten de godzalige van

dit leerstuk

maken ? Antw. 1. Dat wy het lyden Christi niet moeten gadeslaan, met een natuurlyk medelyden of roeringe van zodanige hertstogten, die ons medelyden doen hebben over de mishandenoch en zwaare smerten van onzen evenraensch een toornig hert tegens de boze Joden en Heidenen, die als roeden van Gods toorn, Christus aan 't kruis gehegd maar met een inzien in ons zelven, ende gedood hebben dat onze zonden den Heere Jesus dit zwaarwigtig lyden hebben aangedaan. Want zo iemand tot hem zeid, wat zyn Zo zal hy zeggen, het zyn deze wonden in uwe handen ? de WONDEN" daar mede ik geslagen ben in 't huismyner LIEFHEBBERS, Zach. 13 6. Hiertoe hebben zy den geest der genade, en der gebeden boven de Waereld, op

lingen

;

met

;

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen