Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 259
259
ONDERVVIJSQUAESTIE.
een
woord zooveel antwoorden, dat
enkel
hij
gevoelen
hoe de ver-
zal,
houding tusschen ons staat.
De iets
spreker
geachte
persoonlijks
Arnhem
uit
mengen
te
dat naar mij voorkomt minder in overeenstemming
aan
en mijn
verrijkt
naam met
namen met een
andere
Mijnheer
tenminste een
Als
de
naam met een
gelijksoortig aanhangsel, en toen heeft hij
Voorzitter,
Kamer
dezer
lid
met den spreker
gij
nu wel,
er
die het
Gouda volkomen
uit
heb het genoegen gehad, dat
ik
opgestaan,
is
en gezegd heeft Ik ben het :
eens.
Arnhem
„Houd
vroeg:
gij
eens appèl nominaal, waar
gij
u opgeworpen hebt als stichter van een nieuwe politieke
zie
hoevelen
onder
zich
den
troepen
mijn
uw
vanen
nog
strijd
scharen!",
wel
Maar, Mijnheer
de Voorzitter, er
den geachten afgevaardigde
algemeen
het
in
op
een
is
brengen dan
te
wijze
Er
meer.
Arnhem
uit
dan geloof
partij, ik,
en
dat ik
zou kunnen aangaan, en licht
kans had nog een regiment meer te velde
door
met
nu echter de vraag eens retorqueerde, en aan den geachten
ik
afgevaardigde uit
partij
zuiver-
zijn ?
Welnu,
met
iets
dat aanhangsel tegenovergesteld
ten slotte mij de vraag gedaan: Hoeveel telt
u eens
met de
is
heid en edelheid van de parleinentaire vormen, hier mijn
aanhangsel
om
veroorloofd
zich
heeft
in het woord, dat hij tot mij richtte, en heeft,
is
hij.
zelfs,
dunkt
mij,
over de antirevolutionaire
gesproken,
die
mij
leed heeft
gedaan, en toch zoo, dat ik het den geachten spreker volgaarne vergeef,
omdat
meende
ik
hooren,
te
iets
onafscheidelijk
men eenmaal
antirevolutionaire
daar
waarvan men gunstige
Ik
bekend
steeds
bezigde, iets te
het
al is
het op zekeren afstand, met de
medegestreden, en zich nu daarvan heeft
natuurlijk,
dat
men,
terugziende
óp de
partij
zich gescheiden heeft, zich die bij voorkeur van haar niet juist
zijde voorstelt,
is
om
die partij zwarter
te
min
maken, maar
daad.
mij door den geachten spreker gevraagd, hoe ik
bij
mijn
met mijn bondgenooten zou handelen, hoe vooral met Rome.
stelsel
partij
zelf,
heeft
partij is
ter rechtvaardiging van eigen
Voorts
hij
is.
Daar, waar
afgekeerd,
den toon en de woorden, die
in
beluisteren van dat eigenaardige, wat van den renegaat
meen, is,
Mijnheer
de
Voorzitter,
dat
het den geachten spreker
dat het juist tot de eigenaardigheden van de antirevolutionaire
behoort, dat
haar
eigen
zij
alleen durft staan, geen
weg
gaat.
bondgenootschap zoekt en
Ik meende, dat dit zelfs het groote punt
was, ter wille waarvan de geachte afgevaardigde zich van de antirevolutionaire
party
had
afgescheiden.
Zijn
vraag
dus,
hoe
ik
het met mijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
![Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 259](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/eenige-kameradviezen-uit-de-jaren-1874-en-1875/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's