Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 251

251

0NüERVVIJS(41JAESTIE.

Men

kent het gerucht

maar voor den ongeruste op het hart

—

ligt,

is

dat

bij

—

en ik zou over gerucliten niet spreken,

dunkt

het,

hem

zeggen wat

mij, beter alles te

zeker feest in een onzer academiesteden een

hooggeplaatst Regeeringspersoon een dronk zou hebben ingesteld, waarbij hij

zich over de schoolquaestie uitliet op een

moed gaf en haar een hart onder den riem stak. De Minister van Koloniën heeft zich insgelijks op uitgelaten

wijze

waagde: „Verlichting éenige middel

om

verder

ging

zelfs

de

toen

Minister,

zeide

hij

volgende

„Moet

woorden:

—

Daarna verhaalden de dagbladen

om

aan

—

ik beoordeel het

niet,

ook

eens,

het

ligt

reden

volstrekt

opdat

van

waar

gerucht

niet,

maar haal het

is,

nog

slechts

komen op de

dat een der Ministers metterdaad voor zou

commemoreeren, alleen

is

die vooral

waardoor mijn ongerustheid gestadig geklom-

geven,

te

op

behandeld.

het

of

van die gevreesde en geduchte Vereeniging van

nog

En

mij een

wijl dit sloeg

tot de vraag,

[ik

door de geachte sprekers uit Goes en Gorinchem

eens, ik Aveet het

is

echter het onderwijs in Indië een gods-

Hiermede kom

karakter hebben?"

dienstig

is

ze niet

doen blijken van de meest volkomen instemming

voorganger en met de vroegere Ministers,"

mijn

„Het

:

met

men

zeggen het

volkomen genoegen geven; maar was

in dezen te

aan,

mag

Deze verklaring moest

te bestrijden."

genoegen,

de

deze stelling

tegenovergestelde van hetgeen dezerzijds beleden wordt?

het

nog

hij

mijns inziens het beste, ja ik

is

dwaalbegrippen

natuurlijk aan de overzijde

vlak

zeer krasse en sterke

11 November, toen

de zitting van

in

aan de overzijde

wijze, die

de

niet

mijn

in

Regeering

er

op

Ik zeg

Volksonderwijs.

bedoeling,

zou

lijst

deze dingen te

antwoorden, ik geef

de oorzaken, waardoor mijn ongerustheid voortdurend

klom.

Tegenover van

de

levensuitingen,

die

overzijde,

die

den

Minister

van Justitie gebouwd.

een

man

het

dezelfde ligt

in vrije

Kaljinet

Christelijke

natuurlijk

ook

maar

wensch toch het

in

den geest

ver

van

iets

wiens

school,

die

elk

mij

van die

feit te

Met hem wisten we immers, dat hart met warmte klopt voor

was,

voorstander van de vrije school, ters

van de Regeering,

waarneembaar werden, was onze hoop natuurlijk op

vermoeden,

aan

liefde

Nu

mij zoozeer ter harte gaat. alsof

deze Minister, zelf

de deur van den

Raad

zou hebben achtergelaten

der Minis;

maar

ik

constateeren, dat, terwijl de ons minder genegen

Ministers in dit Kabinet, zooals de Minister van Koloniën, zeer krachtig

van

hun

meening

hebben

sympathie ik gemeend had zwegen.

doen te

Ik vraag ook hierbij

blijken,

daarentegen

hij,

op

wiens

mogen rekenen, dusver botweg heeft gegeen opheldering, maar geef ook dit aan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen