Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 169
169
SOCIALE QUAESTIE.
de
tegenstelling
denkbaar.
Wat
voorsteller
zijn
uiteenzette,
stelsel
getreden,
steunde
liij
knoopfc
theorie.
door hen die
we
heer
Van Houten
enkel
lid
de
algemeene
in
al
onder-
maken van de daaraan
vaslge-
van deze
maar van
zijde,
zoowel
op oeconomisch gebied begroeten,
als
het naast aan de zijde van den
zijn
stem
enkele
hem
uit den voor
zelfs niet
op,
de repliek, waarin
dit protest telkens hei'haald,
Geen
staan.
te
Ie
niet alleen is
anders gewoon
die
ging
we
Ook daar
als specialiteiten
dezulken
systeem
zich los
zelf,
hoorden
Dit
overzijde evenzeer.
niet een
is
geen isolement schier
is
Na
verklaarde uitdrukkelijk, ook
hij
of'
het voorstel
door
isolement
iiiv
zagen we gebeuren?
toch
beschouwingen
de
Volkomener dan
:
ten gunste van zijn
anders meest verwanten
kring.
Mag
dan
ik
volkomen
is ?
volkomener nog
met
zijn
dat
de
Kamer, nadat
heb
zal
men
allicht
blaam van onnoozelheid
maar weet
dat
op
zijii
vragen
Wat
als gij
:
nog meer
ik
Ook
te laten.
gegrond
stelsel
is,
dit doel
wat
bereikt hebt,
Mijnheer de Voorzitter
wil,
Van Houten om hem onder
hij
zeer goed, dat, heeft de
dergelijk
constateeren
niet zeggen het
revolutionair beginsel, in zulk een
achting voor den heer
veel
oog,
mogen zal
eenstemmig er tegen heeft verklaard.
dan nog meer? te
haar midden, ik
in
maar dan toch een
bepleit was, zich
wilt gij
Ik
althans op dit punt
succes
Ik verblijd mij er dan ook over, te
beginsel.
Tweede
Maar,
mijn
dat
het isolement, waarin de geachte voorsteller zich bevindt
is
revolutiebeginsel,
vorm
zeggen,
niet
Metterdaad, indien ik geïsoleerd sta met mijn amendement,
de
verliest zijn doel niet uit het
Kamer
slechts eerst zijn ontwerp,
aangenomen, hiermee een weg
zal
betreden, waarop ze, na de eerste schrede gezet te hebben, krachtens
de wet der helling, verder zal moeten gaan. dunkt,
Mij
men mag
Houten een voorstel
niet veronderstellen,
dat indien de heer
Van
dat blijkens zijn eigen indicatie steunt op zijn
doet,
eigen inzicht in de oeconomischen toestand der maatschappij,
hij
dit niet
terstond zou intrekken, wanneer de Vergadering zich van dat beginsel kon
losmaken,
ook
maakt
al
voorsteller
weet
sterker
dan wil
dit
is
voorstel ook
zeer
het voorstel wet. dat
goed,
de
kracht
aanlanden daar waar ik
aan hij
om
zijn beginsel,
zeg
ik
der
men
de geachte
consequentie ook hier
men op
dit
oogenblik
toch zijns ondanks zal
de Vergadering wenscht te brengen.
mij
in
den vorm van amendement ook pogen
verzetten tegen de redactie van den heer Voorzitter,
Integendeel,
of neiging, en dat, al neemt
niet
Daarom heb
ze
dank, dat
gij
Van Houten.
te
U, Mijnheer de
mijn amendement in dien vorm hebt
willen aannemen, zonder vooraf de prealabele quaestie te stellen. Immers,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
![Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 169](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/eenige-kameradviezen-uit-de-jaren-1874-en-1875/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's