Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 418

XXXV.

416 .'.

Vrag.

Antw.

Artikel.

Is dit zo ?

Ja doch

De

:

Misse

verlogeninge van Christus offerhande dewyl de Schrift duidelyk leert, dat hy eenmaal voor de zonde heeft genoeg gedaan: Hebr. 10:14. Christus heeft met eene ofterhande in eeuwigheid volmaakt, de genen die geheiligt worden. 2. Zy is eene vervloekte afgoderye, waar door men in plaatze van den waaren God, aanbidt, 't gene van natuure geen God is en dat met zo veele afgodische plegtigheden: Jes. 44 17. Het overige nu daar van maakt hy tot eenen God tot zynen gesneden beeld hy knielt daar voor neder, ende buigt zig, ende bid het aan, ende zeit, reddet my, want gy zyt myn God. 1,

eene

Is

,

,

,

:

,

.'.

Vrag.

Antw.

:

Is dit

antwoord niet vry hard en bitter?

Geenzins

De Heere zelf heeft deze afgodery met vloeken 1. bedreigt: 2 Thess. 2 11, 12. Ende daarom zal haar God zenden eene kragt der dwaliuge dat zy de leugen zouden geloven: op dat zy alle veroordeelt worden, die de waarmaar een w'elbehagen hebben heid niet gelooft hebben 10. Wee, wee gehadt in de ongeregtigheid. Openb. 18 de grote stad Babylou de sterke stad want uw oordeel :

,

,

:

,

!

uur gekomen. Heiligen hebben zig niet geschroomt, tegen die God en zijn woord smaatheid aandoen, yverig uit te varen. De geest van Paulus werdt in hem ontstoken als hy zag dat de stad van Athene zeer afgodisch was: Handl. 17: 16. Stephanus noemde de Joden die den Heiligen Geest wederstonden, onbesnedene van liarten en ooren Handl. 7 51. Jezus zelf, dat voorbeeld van zagtmoedigheid, zegt tegen de Phariseën: Matth. 23:33. Gy slangen, gy adderen gebroedzel, hoe zult gy ontvlieden de helsche verdoemeuisse? 3. Neemt men in agt. dat ten tyde als de Catechismus de geloofsdwang sterk woedde en het in 't ligt kwam bloed der Martelaren stroomde langs de wegen en straaten dan waren de Voorstanders van de reine leer verpligt te yveren voor den Heere der Heirscharen tegen de grouwe21, 22. Zoude ik niet len van het Pausdom: Psalm 139 haten, Heere, die u haten? ende verdriet hebben, in de genen die tegen u opstaan ? Ik haateze met volkomen haat tot vyanden zynze my. is

in een

2.

De

,

,

:

:

,

,

;

,

:

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen