Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 152
SOCIALE QUABST]E.
152
considerans stelt zich nu op
De
eenvoudig
begiuselloos
van
standpunt
het
maatregelen w^ensclit
eenige
iemand,
standpunt van iemand, die
liet
krachtens
die
nemen, niet op
te
een beginsel handelt.
wordt
kind
hier wordt iets
begrip, en
lijdelijk
dunkt
zou,
Verwaarloozing
de
jnij,
voorsteller zijn
ongeveer in dezen geest schreef:
hij
een
is
verkeerd gedaan; het
en voor de antirevolutionairen
formuleeren
aannemelijker maken, indien
niet.
in actieven zin
Daarom
mishandeld.
taalkundig juist
denkbeeld
woord
hier het goede
is
Hij
Maar ook
spreekt verder van een zeker tegengaan van venvaartoozing.
„verwaarloczing"
vri]
„Al-
zoo Wij in overweging hebben genomen, dat de wet bescherming behoort Ie
verkenen aan
Of
iets
ik
wenschen,
kinderen., die lol loongevenden
Ik sta op de bewoordingen niet.
dier voege.
in
na
dat
beslissing over
de
werd, hetzij aan den voorsteller,
om
Het
artikel
zelf
m.
i.
Voorts zou
de zaak gerenvoyeerd
den Minister van Binnen-
de regeling
dan
zou
1
art.
aan
hetzij
landsche Zaken, met uitnoodiging bedoeld.
arbeid gebezigd tvorden.'^
ontwerpen
te
in art. 1
ongeveer aldus moeten
lui-
den: „Loongevende arbeid van minderjarigen in fabrieken of werkplaatsen,
de
wordt niet toegelaten dan onder
op het veld en in het huisgezin,
enkele
slechts
Dan komt men nog wel
van deze wet."
bepalingen
tot arresteering eener wet,
verkrijgt
Kamer
der
leden
maar
toch
individueel
niet aanstonds
dat niet
resultaat,
dit
maar dat
verklaren,
zich
de
Kamer
zij
aan kinderen, tot loonarbeid gebezigd, bescherming wil verleenen
dan de der
in haar geheel uitspraak
men
Verklaart
niet.
dit
te
willen, dan
groote beginsel,
komt
in de
industrieën,
van
het
verschil tusschen fabrieken en
van het verschil tusschen den arbeid op het veld van
sociale
gegevens in de onderscheidene deelen des Rijks,
het
zijn,
verschil
leeftijd
die wel zeer omslachtig
beter doel zullen treffen.
Alleen
heeft kans van billijk
Intusschen, vond dit denkbeeld
van
den
werp ik
zelf af te
wijl
is,
en rechtvaardig te
ben ik toch niet ongenegen, voor
sympathie aan het
zullen
heer doel,
stemmen,
Mackay mij
bij
zijn
te
werkplaatsen,
ze
tot
maatregelen te
maar
zijn,
Eenvoudige codificatie
omslachtig
een wet, die
dement
tweede plaats
en van het verschil tusschen de
van
te
al
en dien in het huis-
gezin,
verordenen
of
de orde, hoe, naar gelang van het verschil in den aard
aan
vraag
het
over
doet
is
daarom
juist
slechte
codificatie.
in de détails afdaalt,
zijn.
den voorsteller geen ingang, dan eerste artikel
stemmen,
natuurlijk
ter
of voor het
voorbehoudende,
indien tegemoetkoming
amen-
betuiging van mijn het wetsont-
aan de bezwaren, die
geopperd heb, ondoenlijk bleek.
Het
zou mij spijten, indien ik hiertoe genoodzaakt werd.
Ik hoop
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's