Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 200

200

SOCIALE QÜAESTIE.

waagde de geachte afgevaardigde de opmerking,

Voorts

omtrent hetgeen

voorstellingen

het

in

belang

dat

mijn

der werklieden ons

te

doen stond, te nevelachtig, niets dan nevelen waren. Mijnheer de Voor-

Wie

omen!

accipio

zitter,

de bergen beklom,

ooit

maar nevelen

nevelen hangen,

weet, dat ook daar

schaars in nialsche drnppelen neer-

die

vallen; hoe uit druppels zich beekjes vormen, en uit die beekjes allengs

Moge

een stroom ontstaat.

zoo ook uit den nevel, dien ik hier deed op-

van lieverlede druppelen;

gaan,

druppelen een beekje worden,

die

uit

en dat beekje zich allengs verbreeden tot een frisschen stroom, die ons maatschappelijk leven dragen kan.

De niet

Van Houten

heer

ging,

ver

te

vroeg, of ik, door te spreken gelijk ik deed,

dan

gij

Vergun

en revolutionair werd.

radicaal

te

wedervraag: Oordeelt ook

niet,

mij de

dat het regelen van den rechts-

toestand der coöperatieve vereenigingen, afgescheiden van het organisme

van den arbeidsstand, eer ten nadeele dan ten voordeele van de lagere klasse strekken zal

Quack herhaalde opmerking

professor

overweging gingen het

?

dan de zoo dikwijls reeds gemaakte en ook in de Gids door

Geldt

zij

hof

gegeven,

om met

met den

eertijds

om

fnuiken,

namelijk

die

ook den Minister ter

dat het organiseeren van coöperatieve vereeni-

strekking heeft,

de

niet,

adel

den werkenden stand

deed,

met het doel om

zijn

wat-

macht

te

elementen naar het hof te lokken, en

zijn beste

daardoor van den overigen adel af te scheiden?

dan

geen ander resultaat verkrijgen,

te doen,

Zoo

zal

men ook

hier

dat de beste elementen der arbei-

dende klasse naar een hoogeren stand worden overgebracht, en deze van

haar natuurlijke hoofden beroofd wordt. zijn

maar

een

middel

uitstekend

regelt

worden

men

ze

slechts

ze

eenzijdig, buiten

de

De

coöperatieve vereenigingen

tot zedelijke verheffing

van den werkman

verband met het arbeidsrecht, dan

toepassing van Guizot's wachtwoord in zijn doc-

trinaire periode: Enrichissez-vous.

Dat den

ik

woord stand gebruikt heb,

het

geachten

afgevaardigde

uit

is

mij euvel geduid door

Maar,

de residentie.

eilieve, heeft

hier gedrukt voor mij

geachte

spreker

heb,

herhaling gebruikt het woord ambtenaaarssteJid.

bij

ieder van ik dan

niet

zelf

in

zijn

rede,

die

ik

de

militairen- en burgerstand, boerenstand enz.,

Spreekt

en

niet

waarom zou

ook niet van den stand der werklieden mogen gewagen; altoos

gelijk ik

Ten

deed, niet in staatkundigen^ slotte

zij

stelling, die de

geëischt, dat hij

maar

in

maatschappelijken

het mij vergund, te rectificeeren

Minister van mijn bedoeling

de

zin?

verkeerde voor-

gegeven heeft,

als

had ik

nu reeds een wetsontwerp op den Arbeid zou indienen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen