Separatie en Doleantie - pagina 44

44

KERKRECHTELIJKE GEVOLGEN DER SEPARATIE,

namelijk staat het vast, dat die ,/geloovigen"

Kerkrechtelijk d.

w.

en

daarna tot Sej)aratie van

overgaan, deden,

leden van het bestaande instituut, die in 1834

die

z.

hiermee

dit instituut

van elke qualiteit, van

zich

meenden

op hetzelfde oogenblik, dat alle

zij

moeten

te

dezen stap

bevoegdheid, van alle

recht en van elke verplichting, die krachtens vroeger gemaakte stipulatiën in deze geïnstitueerde kerken voor hen golden, geheel

Wie

en in volstrekten zin losmaakten.

kerk uittreedt, instituut

als

van dat oogenblik af kerkrechtelijk voordat

niet

meer tjestanmh; en dat instituut als dood voor

Daags na deze Separatie

hem.

een geïnstitueerde

uit

is

staat hij dus als Christen in

de wereld, met alle verplichtingen die op elk Christen rusten,

maar

kerkreclifelijk is

buiten

blik

met nieuw-bekeerden,

gelijk

waar nog geen

Naam hij

nog op

doet

kerke

des Heeren

tot aanroeping

was,

zijn.

Welke

Wie

geïnstitueerde

kerk meer.

plichting voort,

om

kerk over te gaan.

doorsnijdt,

band

op

bezit

hebben moge,

als lid

van een

dat oogenblik geen

Juist daaruit echter vloeit de ver-

terstond tot het institueeren van zulk een

Dit

uitgetredenen

professie van

zijn

van den

geestelijke betrekking

vele personen in bet oude instituut

kerk

leven

en staat in zooverre

die voor het eerst in een plaats,

hier dus niets ter zake.

de

verband,

Christi

gekomen

geïnstitueerde

zijn

Hij leeft op dit oogen-

niets meer.

hij

kerkrechtelijk

elk

dan ook zoo geschied. Allerwegen

is

saamgekomen;

hebben

voor

elkander

hun geloof gedaan; de forme eeuer kerk

geroepen;

kerkenordening

personen ingesteld;

voor

de

in het

ambten aangewezen; een

en verband met andere kerken ge-

zocht en gevonden. Hierdoor nu ontstond voor hen een geheel

nieuwe

kerkrechtelijke

toestand,

de stipulatiën, waarmede

zij

die

zijn

zich over en

grondslag vond in

weder jegens elkander

en jegens andere nieuw geformeerde kerken hadden verbonden.

Wel was

dit niet

zoo te

instituut gereformeerd is;

Ulrum en elders, waar het tjestaande maar in verreweg de over4roote meer-

derheid der Christelijke Gereformeerde kerken

is

zóó metterdaad

de grondslag gelegd voor den kerkrechtelijken toestand waarin ze thans leven.

Intusschen hoe duidelijk en onbetwistbaar dit kerkrechtelijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen