GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 309

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 309

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

309

PARTIJVERHOUDING.

Roomsch

mijn optreden en spreken hier voor menig

hoe

doorzag,

wel

ambtgenoot

ondanks een onaangename prikkeling moest geven. Ik

zijns

meende daarom juist in den toon te blijven, waaraan mijn vroegere betrekking mij gewend had, door op dergelijke aanvallen, niet uit minachMaar mocht ook slechts van verre tino-, maar uit beginsel, te zwijgen. het vermoeden

dat wij

met het

om

dino' van de poging,

oog

dan.

behoud

te verklaren,

hier

in het

homo^ nog een nieuweling

huis uit kennen. Waarlijk,

hij

terwijl

is,

noch eenig ander

lid

maar als

Room-

wij

hij

aiog in vollen

dien strijd van

der overzijde behoeft

staatkundige beginselen geldt, die de Hervorming op

Op

is,

mandaat

Protestanten, te leeren dat, waar het de verdediging van

ons, geloovigen

een clericale

niet

te

minst onze conscientie, onze stem

tegen een dat bedoelende Roomsche Staatspartij,

Ijonden,

in

geachte afgevaardigde uit Haarlem toch, dat in den

de

zin een 7iovus

van

willen behouden, indien de steun der

Kamer zouden

van deze

strijd

bestrij-

nogmaals

geen dag, wat zeg ik, geen uur, ons

we

dat

nog,

Begrijpe

er

zouden gevoelen tot

staatsrecht

niet slechts dat hier eenvoudig niets

schen bij de stembus ook maar of ons woord hier kon binden.

de

van elk antirevo-

stembus hier niet als vrije

op de

Roomsche

hel

zijn

Mijnheer de Voorzitter, wensch ik zonder beding of voor-

voeren,

lid

ik de tolk te

onmachtig

ons

mannen zouden staan en

sterker

meen

hier althans

Kamerlid

lutionair

dat dit zwijgen in zwakheid zijn oorzaak had, en

rijzen,

want

maar een

strijd,

strijd

een

niet

strijd

Rome

veroverde,

voor de kerk wordt aange-

voor het vaderland en de rechten der inenschheid.

dat terrein zijn wij antirevolutionairen van adel,

Alzoo, resumeerende

:

bestrijding

besliste

van

het

is

hij

parvenu!

Roomsche

staatsrecht,

dan langs wettigen lueg. onze Roomsche landgenooten het recht zelfs tot de poging om Roomsche staatsrecht te enten op den Nederlandschen starn, mits

maar

nooit

Aan het

door geen de

plicht

het

om hen

l)eginsel,

dat

dan van het

vrije

woord.

strafbaar Is

de

is

heer

Maar ook aan ons

rusteloos te bestrijden, mits juist krachtens

daarbij

we tegen Rome over

plaatsen en dies ook in onzen

met Rome nooit verloochenen mogen,

strijd

nooit

middel

ander

te

weten,

dal de dwalmij

voor den burgerlijken rechter.

van de Coppello daarbij althans persoonlijk

Kappeyne

bondgenoot, of vergiste de heer Heydenrijk zich zoover, toen geachten afgevaardigde uit hij, een beroep doende op het hart van den Haarlem, hem vroeg, of hij er ooit toe zou komen om de Roomscheu niet

mijn

buiten de wet te stellen

dunkt mij,

al

te

vreemd

?

Mijnheer de Voorzitter, zijn

in

den man,

die zoo

dit te willen

vaak

zijn

zou toch,

welsprekend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's

Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 309

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's