Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 141

Van de verzoeninge van In

2.

't

ons met God,

139

vervolg heeft hy geleden

Als een afgezondert Mensche, eer hy in 't openbaar Dus zegt Paulus, Hebr. 4 15. Dat voorschyn kwam. hy in alle dingen is verzegt geweest, zouder zonde. Vermoedelyk dat hy buiten de scholen opgevoed zynde, ook het Timmerwerk met Joseph zynen Vader heeft by de hand gehadt; eetende in 't zweet zyns aanschyns zyn brood. Zie 15. De Joden verwonderden haar, zeggende: hoe Joh. 7 weet deeze de Schriften, daar hyze niet geleert heeft. Mare. 3. Is deze niet de Timmerman, de Zone Marie? 6 a.

te

:

:

:

Als een Openbaar Persoon, die te voorschyn kwam Doe heeft hy veertig dagen de beloofde Zaligmaker. moeten vasten, en is van den Duivel verzegt geweest in 1 4 3. Is gescholden voor de Woestyne, Matth. een Vraat, en Wynzuiper, een Vriend van Tollenaren en Zondaren, Matth. 11 19. Behalven andere mishandelingen, lasteringen, en spotternyen die hem van zyne vyanden bejegenden. De Propheet ziet 'er op, Jes. 53 3. Hy was veragt en de onwaardigste onder de menschen, een man van smerten, ende verzegt in krankheid. b.

als

:

—

:

:

Zonderling in het einde van zyn leven, doe hy gede schrikkelyke straffen die onze zonden verdient hadden, zo dat zyn zweet wierde gelyk druppelen bloeds op der aarde aflopende. Ja doe hy geroepen heeft: myn God, myn God, waarom hebt gy my verlaten. 3.

voelde

Vrag.

Is

Christus

een

dit

zwaar lyden geweest van den Heere

?

Antw. Ja doch, beide in lighaam en ziel. Dus werdt het genaamt een lyden by uitstek dat Christus moest ondergaan, Luc. 24 26. Een zwaare en lastigen arbeid, Jes. 43 24. Het treden van den wynpersse van Gods toorn, Jer. 63:3. Ziet hier by Psalm 22:15—19; 69:20—22. :

:

.

de

.

Hoe

Vrag.

blykt de zwaarte van Christus lyden na

ziel ?

Antw.

zyn eige bekentenisse, Matth. 26 38. myne ziele is geheel bedroeft tot der dood toe blyft hier ende waakt met my. Daar is niet verschrikkelyker dan de dood, als zy met haar vloeken en prikkels gesmaakt word. David roept uit, Psalm 116:3. Banden des doods hadden my omvangen, en de angsten der helle hadden my getroffen ik vond benauwtheid ende

Doe

zeide

Uit

1.

hy

:

tot

:

haar,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen