Acta van het Zending-Congres - pagina 46
;
;
30 de volledigheid der schets daarheen verwijzend, het ons vergund, vooral wegens de beperktheid des tijds, hier ter plaatse slechts enkele voorname punten in herinering te brengen. Bedrieg ik mij niet geheel, dan kan de Zending in onze koloniën helaas! de vleugelen niet vri] uitslaan, gekortwiekt als zij wordt: a. door ons regeeringsstelsel h. door den noodlottigen invloed, dien de koloniale en meer bepaald de Europeesche maatschappij uitoefent c. door de kerkelijke inrichting in onze Indien, en het gemis aan steun bij de Kerken in Nederland. zij
Ik sprak allereerst van ons regeeringsstelsel.
En wanneer
ik dit uitspreek, dan bedoel ik dat de bevordering van den Christelijken godsdienst, de werkzaamheid der Zending belemmerd, geneutraliseerd wordt door de bestendiging van veel in onze koloniale huishouding, waarop niet het eerste, doch het tweede gedeelte van het Woord der Schrift van toepassing
daarmee,
Gerechtigheid verhoogt een volk, doch de zonde is een schandvlek der natiën." Het is meermalen en nog onlangs weder herinnerd, dat, „toen de vruchtbare eilanden in den O. I. archipel, bekend als Nederlaudsch-Oost-Indië in het onbetwist bezit is:
,,
kwamen schouwd
der
Compagnie
,
zij
werden
als een veroverd land, een
be-
wingewest,
dat voor den Hollander geene andere beteekenis had, dan er zooveel mogelijk schatten uit te trekken voor Nederland. Een zoo uitgestrekt gebied met eene zoo talrijke bevolking, uit zoovele elementen samengesteld, zoude zeer moeielijk te beheeren zijn geweest door het geringe aantal ambtenaren en de kleine zee- en landmacht, waarover men te beschikken had, indien niet een systeem gevolgd ware, waardoor vele moeielijkheden voor het oogenblik uit den weg geruimd waren. Aan een direct bestuur op Europeesche leest geschoeid kon niet gedacht worden. De Nederlanders kwamen er als kooplieden, die alleen voordeeligen handel trachtten te drijven en de nalatenschap der Portugeezen en Spanjaarden trachtten te bemachtigen. Wat verder in die landen geschiedde, ging hun betrekkelijk weinig aan. Zij trachtten slechts den alleenhandel op de Molukken in de eerste plaats, later ook op de andere eilanden te verkrijgen, en dit doel ging bij hen boven alles. En zij hebben het met grooten moed en groote volharding en vele opoffei'ingen trachtten te bereiken. Want gemakkelijk was dit niet. Tegenover de Compagnie stond de inlandsche bevolking, die den Nederlander volstrekt niet altyd welgezind was,
en daarnaast, in de eerste tijden vooral, de Portugeezen en Spanjaarden, die, benevens de directe afbreuk welke zij ons aandeden, ook voor geene intrigue terugschrikten, om de hoofden der bevolking tegen ons op te zetten en ons bij deze verdacht te maken. ,,Toen wij ten slotte deze vijanden niet langer te duchten hadden, trad het machtige Engeland als een naijverig mededinger op en betwistte ons, om zoo te zeggen, elke strooks gronds. ,,Wij stonden derhalve altijd in een land, waarop niet zeer te vertrouwen was en dit was den Nederlander ook betrekkelijk onverschillig, indien hij maar een voordeeligen handel, liefst een alleenhandel, kon drijven. En dit gelukte hem maar al te zeer. Wel verhieven zich van tijd tot tijd steramen, die betoogden, dat dit stelsel zoowel onbillijk tegenover de bevolking als op den duur nadeelig voor de handelaars zelve was,
maar
steeds te vergeefs.
„De Compagnie handelde voornamelijk door middel van de inlandsche hoofden. Deze waren de eenigen, die aansprakelijk waren voor hetgeen de inlander tegen een vasten het
Gouvernement
afstond.
prijs
aan
Het lag derhalve
op den weg van dit stelsel, de hoofden voor de Nederlanders te winnen. Hiervoor was geene geldelijke opoffering te zwaar, want men wist, dat, als deze eenmaal inzagen, dat het belang der Regeering identiek was met hun eigen belang, zij getrouwe dienaren van de Compagnie zouden worden. Daarom moesten de hoofden dan ook tegenover den inlander met eene groote macht bekleed worden en steeds in alles kunnen rekenen op de hulp der Hollanders. De uitoefening van de macht der hoofden wa.s bijna geheel zonder controle en geheel aan eigen goeddunken overgelaten. De nadeelige gevolgen bleven natuurlijk niet uit. Wel is waar, stroomden er tijdelijk onmetelijke schatten uit Indië, maar op den duur kon zulk een stelsel niet blijven en moest ten slotte uitloopen op schade en schande voor de overheerschers. Ondertusschen was ,,de kleine man" van dat alles
Deze werd uitgezogen door hoofden, die het deel, waarvoor zij aansprakelijk waren, den Nederlanders afstonden en met het overbliivende zich zelveu ten koste Het was hun onverder bevolking verrijkten. schillig of er in een rijk en vruchtbaar land als Indië gebrek aan voedsel was, de hoofden leden er niet onder. De hoofden verzetten zich niet tegen de afschuwelijke hongi-tochten en als bevolen werd, dat, om de waren op prijs te houden, een groot gedeelte er van vernietigd moest worden, waren niet zij, maar was de het
zijne
slachtoffer.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 142 Pagina's