Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 199
109
SOCIALE QUAESTIE.
een
andere phase verkeerden, er op
niet
met de Kerk bemoeit en indachtig
Mijnheer
de Voorzitter,
aan
wet
een
denkt,
Avijzende, dat thans de
Tot
den
van
de toenmalige
de term komt
maar
gericht,
in zijn toenmalige rede
kunnen doen wat voor
mijn
ik
dat
geachte afgevaardigde uit Tiel zich niet slechts tot den tot de
er bijgevoegd,
Tiel
vervallen
en de Kerk
zijn,
Destijds, Mijnheer de Voorzitter, heeft het
wilde.
ze
geheele Regeering;
herhaaldelijk voor.
Eindelijk facto zouden de besluiten reeds
lid
had
veroorloof mij hierop aan te merken,
van Financiën heeft
Minister
destijds
?
niet van Justitie,
Financiën,
Ik
richten.
men nu
1869 reeds bestond, waaraan men
die in
Minister
moeten
Staat zich
wet van 1853,
de
dat een nieuwe phase intreden, als
is
evenzeer heeft kunnen en behooren te denken
verzoek
aan
is
dat
hy
niet alleen eischte intrekking van
de Koninklijke besluiten, maar ook het A^rage:
Waarom
toen de eisch tot
nu gezegd wordt,
als er
maar
vrij
als
en toevoegt:
laat
dunkt,
zeer
hem
men
vrij
is ?
Zij
sta
vrij,
heeft
op en ga werwaarts
toenmalige
de
vrij
Kerk ongelukkig gemaakt
te
hebben,
;
o ja,
is,
los-
ge wilt!
Mij
afgevaardigde
de Regeering op aangedrongen, dat
bij
is
overlang in het blok gesloten
de spierkracht in de beenen verlamd
Gij zijt
terecht
daarom dan ook
Kerk reeds
de
dat
ongelukkige, dien
nu, nadat
en
heeft,
de
nemen van overgangsmaatregelen. het nemen van overgangsmaatregelen,
Tiel
uit
na
zij,
er
eerst de
thans niet maar eenvoudig
ze
aan den dijk kon zetten, maar verplicht was haar de behulpzame hand
om kom
te bieden
Ik
naar
heeft,
van Mr. naar
voor
Groen van
het
geachten
van
aanleiding
afgevaardigde uit de residentie.
mijn rede,
critiek
Ik geloof, dat het beter zal
de behandeling van dat
tot
hoofdstuk uit
bewijs,
dat
heeft mij
wel
postgevat, wellicht mocht springen. niet
willen
den gieter, aan wien
dit
wel
is
waarschuwen
en zal het
bezit
om,
op het
te
zeggen
voor
waarby
een
ge-
ik
heb
stuk nogmaals door
toevertrouwd, laten keuren.
ik daarna toch door mijn eigen stuk verpletterd worden,
dat de geachte spreker
stellen;
te
Mijnheer de Voorzitter, ik wil die
den wind slaan,
in
mijn
welwillendheid te mijwaart stand-
zijn
vaar, waarin ik geraken kon, indien het stuk geschut,
waarschuwing
zijn,
den geachten afgevaardigde nu reeds dank
hij
Deze
geleverd over een daad
Prinsterer, en zich daarbij een uitstap veroorloofd
Onderwijs.
geleverd
Immers,
.
V,
daarop
wensch ik
houdt.
den
tot
hoofdstuk
antwoord toch
integrum te geraken.
tot een restitutio in
Maar mocht
dan geloof
ik,
ook in mij den soldaat zal eeren, die den moed
gevaar
brijzele, te blijven palstaan.
af
dat
het stuk
hem
in zijn springen ver-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
![Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 199](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/eenige-kameradviezen-uit-de-jaren-1874-en-1875/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's