Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 77

77

KOLONIALE QUAESTIË.

standpunt

peesche

in

te

nemen.

Zij

een

zedelijk

uit

beschaviiuj

Europeesc/ie

ga

vun

uit

standpunt, waarop de Javaan zich bevindt

zedelijk

gevolge haar plicht

het Eurupcesc/ie element

is,

de stelling, dat de

oogpunt hooger staat dan het en dat het dienten-

,

het onderwijs te doen

bij

domineeren, door in de eerste plaats aan eiken Europeaan, die zich aan de

van

opvoeding

Javaansche

het

gemakkelijk te maken:

volk

wil wijden, die taak geldelijk

ruime subsidie alzoo aan elk onderwijs

subsidie,

gegeven met Eiiropeesch personeel.

En ben

nu straks begonnen. Mijnheer de Voorzitter, met mij zoo Van der Hoeven te verwijderen, laat mij dan

ik

ver mogelijk van den heer

eindigen met zeer dicht de

Regeering

de

bij

hem

Ook

gaan staan.

te

ik geloof, dat, als

mild en ernstig wil ondersteunen,

scholen

bijzondere

alsdan de moderne richting zeer weinig hadji's naar Java zal zenden, en

het dus bijna uitsluitend de missionnaires zullen zijn der positieve Christenen, wien deze bate ten goede zal komen.

hem in

:

is

zijn.

maar

Immers, deze voorkeur

in de

ik ook ligt

met

dan niet

natuur der dingen.

voorzichtigheid worde daarbij niet uit het oog verloren, o Neen.

vuur in deze materie. toch geloof

voorzichtig; tot

u geen beletsel

de partijdigheid der wet,

De Er

mag

Dit

Maar dan zeg

ik,

Men

spele er niet meê.

nog grooler voorzichtigheid

te dringen.

dat van den Islam dreigt te ontstaan

Wie

,

is

De

Minister

is

zeer

kwaad kan hem zoo mogelijk

dat het geen

Want

in ernst,

het gevaar,

niet gering te schatten.

de golvende beweging nagaat, die zich van Malakka en Atjeh

over Klein-Azië tot aan de Herzegowina uitstrekt, weet, dat het geheele

lichaam van de Mahomedaansche sociëteit door een onverwachte,

ietwat

Wat

hieruit

kunstmatige

worden

zal

beweging

is

weet niemand, maar elke Regeering

komend,

aanraking

zeer sterke trilling

in

niet

bedacht

is

geraakt. die,

met den Islam

in

op haar verantwoordelijkheid voor

het bloed dat zou kunnen vloeien, verzaakt haar plicht.

Ik geloof dat het goed ring gesproken die qualificatie

dering opgegaan niet laat

wensch

dat Nederland zich door het fanatisme van den Islam

intimideeren, geen vreeze tot raadsvrouAv neemt.

ik.

verblijve, te

dat de hadji's, lezend wat in deze Vergade-

uit

,

Maar evenzeer

Mijnheer de Voorzitter, dat, welke ook de loop dezer bewe-

ging, die thans onder den

spuwen

is,

— volgens den Minister „onvaderlandslievend", ik beaam allerminst — dan ook lezen van een stem deze Verga-

is,

bodem

voortdreunt, zijn moge, als eens de krater

gaat, aan onze Regeering en

aan onze Staten-Generaal de roem

ten behoeve van den Christelijken godsdienst geen enkelen stap

hebben gedaan,

die

met den adel van onzen godsdienst

in strijd was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen