Separatie en Doleantie - pagina 37

HET COLLEGIALE STANDPUNT,

37

en was nimmer in kerkelijk wettigen weg de Gerefor-

macht,

meerde kerkenoniening afgeschaft. Wel wus dus het instituut der

plaatselijke kerken door de

teering

en

van

optreden

het

invoering van de/e regleniende

voortgekomen

haar

uit

besturen, in l)ittere verwarring gebracht

mair nooit was door

;

behoorlijke stipulatiën, in verband met de overige kerken, hetzij

de nog van ouds geldende kerkennrdening afgeschaft of de nieuwe orde van zaken aanvaard

en inmiddels ha

;

1

men

uit

den vroecreren

toestand nog allerlei bijbehouden, waardoor feitelijk de nieuwe

krachteloos wierd gemaakt en de oude nog voort-

organisatie

De

leefde.

konden zich derhalve

,.geloovigen/'

om

slagen beschouwen van den plicht, ter

hand

aanneming een

nemen

te

rehun

organisatie,

Woord

:

ijinis

et

die

in

factls schipbreuk leed

openbaren

van wien ook,

zou noch door

verklaren,

nomen

om

op het

feit,

dat

was, zoo met Gods

aangenomen worden. Een

/con

eene Gereformeerde kerk

stijiulatie

noc/t

Roomsch

te

door de feiten aange-

worden, omdat hierdoor het wezen zelf derCïe-

/cKiineii

reformeerde kerk wegviel. satie

strijd

afgeleide beginselen van Gerefor-

meerd kerkrecht, rechtens nooit besluit,

de reformatie der kerk

en dat te minder omdat de dusgenaamde

met de daaruit

als

niet als ont-

Is

het nu kennelijk dat de organi-

van 181G nog veel erger deed dan

f)ns

Roomsch maken,

dan volgt hieruit rechtstreeks, dat deze organisatie geen kerkeraad wijl

of „geloovige"

alzoo'noch

ooit in zijn conscientie binden kon.

feitelijk

noch rechtens de oude Gereformeerde

kerkenordening nwchl beschouwd worden,

als

dood en niet meer

bestaande, zoo had geen enkel vgeloovige" recht,

dat

kerk

niet

uit

zeggen,

is

de oude rechtsbeginselen voortvloeiden, voor

meer bestonden of golden.

Maar hoe waar toch

om te

de verplichtingen, die voor de reformatie van zijn geïnsti-

tueerde

hem

En

het

dit

volkomen

nu ook

zij,

begrijpelijk,

zooilra

men

het een maal inziet,

dat de sluwheid waarmee de

organisatie van 1816 de kerken in haar strikken ving, alleszins

geschikt was,

om

de geesten te verwarren, de inzichten

duisteren en het geestelijk besef op dit punt in

Wat

.slaaj) te

te ver-

wiegen.

thans door de herleving der Calvinistische studiën weer

in

het bewustzijn opkomt, had destijds op het kerkelijk bewu.stz ij

nog geen

vat,

en

al

mag

ons

dit

ninuiuT verleiden,

om

iets ocdv

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen