GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 311

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 311

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

311

PARTIJVERHOUDING.

Kabinet hot

zich

dan was

spel,

sion

niet

aan

te

om

de

varing voor

is

Kabinet

dit

nu oorzaak

Jteslilutic

liet:

geschikt

er

:

oiitwijkeiul uitlaten, inaar

nog

liefst

denken

om met

zijn,

„Roijal

niet!"

f-'tellig

zoo vraag

de ónze in

commis-

zoo pijnlijke er-

ik,

sluimerende genegenheid der antirevolutionairen

wekken

te

dat

:

Was,

!"

kwamen

Maar moet

?

die

teleurstelling voor ons

mede

élke oppositie van de overzijde

men sprak

Mijnheer de Voorzitter,

te

gaan?

dezen middag van den geesel der

zwaard, dat Thorbecke in 's lands satire dien Groen, en van het machtige in een oppositie als raadzaal gehanteerd had; maar oprecht gesproken, ik

thans aan de overzijde waarneem,

dat gevreesde zwaard, hoogstens

dit niet in

boezemt

Komt lichaamd

den

tot

men prikken Eerbied

over een beginsel, niet be-

strijd

vorm, die

in een

men dan

dat

hun

die

een speld, waarmede

nietige quaestie als die

zoo

in

maar voor ons tredend

zijn,

.

!

daarentegen

het

der natie,

.

elke bloeddroppelen op de huid te doen parelen.

om

toedient,

.

ik noch die geeselkoorden, noch

zie

van Hedikhuizen en Kampen, in het geweten

weerklank vond

zullen toezie, of het juist de antirevolutionairen

schild over dit Kabinet opheffen.

\veer over de Immers, ook de wijze waarop de Minister zich heden uitliet, bond ons waarlijk groote politieke vraagstukken van den dag

„Wees gerust," zoo sprak nanwer saam. Zie de onderwijsquaestie met de studie van dit onderde Minister, ,in mijn kabinet houd ik mij !

niet

werp

onledig."

Er

is,

de

leidende

dacht

Welk

ik,

begripsverwarring. Mijnheer de Voorzitter

een

tweeërlei studie van

(jedachte,

zulk

in

een

zulk een quaestie

wetsontwerp

:

een studie van

belichamen, en een

te

waarop die gedachte in daarvan geheel verschillende studie van de wijze geformuleerd.

wetsartikelen zal ivorden

Heeft

men

nu den Minister naar het

of naar het laatste

eerste

wet of naar de redactie gevraagd naar de grondlijnen der toekomstige dan naar de leidende gedachte. der artikelen? Maar immers, nooit anders afbakening van die En moet nu, zoo bid ik u, de studie om tot de nadat men op den mimstete komen, eerst beginnen, ;

gedachte

leidende

rieelen

om

daar

schend dien

zetel te

plaatsnam?

gaan

vraagstuk

zin

kan dus

zitten,

zelf

Of

indien

men

men

niet integendeel het recht

in zoo heel onze politiek beheer-

niet

weet

wat men wil?

sprake

meer

zijn.

nog

geen

wel, mist

Van

studie in

Te minder daar men toch

vroegere pleitbezorger ook immers geen oogenblik mag aannemen, dat de verlies in deze der antirevolutionaire belangen, wiens te door ons betreurd wordt, alvorens zitting

nemen

Kamer

niet weinig

in dit Kabinet,

geen

waarborg zou verlangd hebben, dat stelligen, ik durf zeggen schriftelijken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's

Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 311

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's