Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 221
ONDERWIJSQUAESTIE.
onder
werking van het
de
jaren
met de
nieuwe schoolstelsel was
geklommen
reeds
tijds
221
men
Als
tot 1 7.056.
dit getal in
drie
gegevens vergelijkt
die
ons verkregen resultaten, zooals die blijken uit het verslao-
bij
van de tienjarige werking onzer wet, dan vindt men, dat er in die tien jaren
ons
bij
bijgekomen 70.000 kinderen en 251 scholen, ongeveer
zijn
7000 kinderen
25
en
vermoeien met cijferberekening
;
En nu
per jaar.
scholen
men kan
Kamer
zal ik de
mij narekenen
maar de
;
niet
resul-
taten hier en in Engeland pondspondsgewijze tegenover elkander stellend,
vind
per jaar had moeten toenemen, (nn met Engeland gelijken tred
scholen te
met ruim 20.000 kinderen en met 215
dat onze schoolbevolking
ik,
houden. Er
dus allerminst reden
is
om
van het vigeerend schoolstelsel; reden waarom
werking
de vraag te komen, welke verbeteringen ik,
Grondwet,
wensch
Na
roemen over de uitnemende
te
in
deze
twee
:
Welk
schoolstelsel
is
alvorens tot
ik,
behoud van Art. 194 der
bestaande schoolwet mogelijk acht, die
de
stellen
te
bij
andere vraag
voor onze natie het geschiktst
?
ten slotte nog kortelijk de actueele vraag: Is er
beide,
winst te beloven van overmaat van ministerieele ondubbelzinnigheid?
Voor wat
I.
onze
eerste vraag betreft:
mijn
natie het fjeschiktst? stel ik
onderwijs eindelijk eens
kome
Het lager onderwijs kon Immers,
men
toen
mijns inziens althans
Kort voor de Hervorming vindt
van een eigenlijk gezegde volksschool. scholen
die
dat
niet,
de
De
gearripieerd voor de Kerk, en ze
ten deele misbruikt als middel tot bevordering en
gedaan heeft met verkeerde
valt
en natuurlijk.
;
dateert, althans in den zin waarin wij dat
propageering van haar kerkelijke denkbeelden.
moeten doen; veeleer
voor
tot het recht eener zelfstandige positie.
vijftiende eeuw.
de eerste verschijnselen
Hervorming heeft
schoolslelsel is
die aanvankelijk niet veroveren
het lager onderwijs
woord verstaan, van de
Welk
de eerste plaats den eisch, dat het
in
is
Ik zeg
niet,
dat
zij
dit
bedoelingen; ook niet dat ze het niet had
haar daad een zegen geweest. Maar
afhankelijkheid
der scholen van de
te
ontkennen
Kerk wel moest
medebrengen, dat onder de schoolgerechten de religieuze schotel allengs de /loo/üschotel werd, en dat uit den aard der zaak het seculaire onderwijs
niet
tot
zijn
volle
kracht kon komen.
Zoo bleef het
tot
1789.
Eerst omstreeks
dat
andere
een revolutie in de denkbeelden omtrent het schoolwezen
iets later,
jaar
ontstaan,
met dat gevolg,
beurt
school
de
maken aan school
Staat
te
heeft
dezelfde
in
is,
dat
het
eene
althans
gearripieerd,
om
land
ten zich
onzent
op
vroeger,
iets
zijn
de
Staat
in het
op
zijn
wijze schuldig te
Kerk beging, door de Ook daarvan zeg ik: De
verkeerdheid, die eertijds de
emancipeeren
voor
het
Staatsidee.
deed destijds goed; hét was noodzakelijk, dat iemand zich de ver-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's