Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 53

KOLONIALE QUAESTIE.

53

vier zeer korte vragen tot den Minister van Koloniën te richten

met een zeer kort woord Mijn

vraag

eerste

deze

is

en die

lichten.

Welke wijziging

:

van

heejl de afXreding

en de oplreding van een zich noemend conservatief

Kabinet

liberaal

hel

toe te

Ministerie gebracht in de Regeeringsbeschouwingen over de aangelegenheden

van Atjeh

Ik

?

deel

het

niet

van den geachten sjjreker

gevoelen

uit

Almeloo, dat wij zoo, bijna zei ik, overdreven gereserveerd in het bespre-

van

ken

Kamer

aangelegenheden behooren

die

van deze

mij dunkt, als de

zal

is,

van

eisch

En

zijn.

Kamer een vroeger Kabinet over de Atjehsche men mij toestemmen, dat, van deze zijde

der

zijde

geïnterpelleerd die

te

herinnert hoe dikwijls, hoe telkens en hoe vrijmoedig juist

zich

gereserveerdheid

strikte

j)arlementaire

tactiek.

Nu

kan gelden

niet

constateer ik het

quaestie althans,

eisch van

als

dat de Regeeringsbe-

feit,

schouwing over de Atjehsche aangelegenheden maandenlang hoofdingrediënt geweest

van het menu

is

der

aan deze

oppositie

zijde.

Ik con-

stateer,

dat de stoot van de Noordkust van Sumatra uitgegaan, in niet

geringe

mate

Ministerie

Kamer,

die

tot

het

een

en

van beginsel,

vastheid

van

serie

zeer

Nu

toenmalig Kabinet.

het

-

zichtig gesteld

door

diezelfde zijde der

eon reeks van interpellatiën

in

—

heb mijn vraag zeer voor-

ik

of het tegenwoordig Kabinet reeds verandering in den ;

soms

de feiten daartoe te mach-

zijn

maar of het nu opgetreden Kabinet aan de Regeer'mgsbeschoiiwing

;

over de cjuaestie van Atjeh een andere leidende richting geeft Mij dunkt, die vraag

geen het

vorig

debatten, ontwikkeld heeft tegen het

ernstige

vraag ik niet

gindschen toestand gebracht heeft tig

van

verjagen

eindelijk

opgetreden een Kabinet, dat gesteund wordt,

is

haar opinie over de Atjehsche aangelegenheden met zeldzame

geestkracht en

medewerkte

en dat daarna

ook met mindere of meerdere reserve,

het

zij

;

de

A.

heer

maandschrift

remmen

is

niet te onpas.

Brummelkamp „i)e

schrijft

is

er niets

aan

?

van het-

staatkundig overzicht van

in het

Jr.

Vereeniging''''

Of

:

,Zoo er

iets

in Indië

dan voorzeker deden de antecedenten verwachten, dat

viel,

dezen

trein

tot

Maar

zelfs

dit

want

in zijn

of

stilstand

althans tot minderen spoed brengen zou

laatste schijnt niet in

"s

Ministers bedoeling te liggen

antwoord op het Kamerverslag brengt

hij

blijft

dus, volgens

door den oorlog met Atjeh noodzakelijk gemaakt. 's

Mijn

tweede

met Het

Ministers eigen woorden, wat het reeds onder het vorig

Ministerie werd, veroveringsoorlog, ondanks den

steeds in staat

;

de „voorzichtig-

heid", waartoe hij zich in andere opzichten genoopt vindt, in verband

de vele uitgaven,

te

men

vraag

van oorlog

is

?

:

Verkeeren

wij

remmer op de

met

Atjeh

al

locomotief.'"

dan

niet

nog

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen