Separatie en Doleantie - pagina 18

NAAST ELKANDEH.

18

standpunt kan hier geen geschil over lijke

waaruit de wilsdaad der kerkforiuatie voortkomt, door

wil,

niets gebonden,

maar Pelagiaausch

reden denkbaar,

waarom

Voor ons

niet vrij,

geen enkele

het op Gereformeerd terrein

is

maar gebonden aan Gods Woord; en overmits

belijders, die óf

tot

er

is

de wil, waaruit de kerkstichting geboren wordt,

is

mag

de gemeenschap der heiligen eischt,

niet

dan

vrij,

niet allerwegen instituut naast instituut

zou geplaatst worden. Maar zoo niet.

toch de meusche-

rijzen. Is

Woord

dit

zeker aantal nieuwe

van elders kwamen, óf nieuw bekeerd werden,

nieuwe kerkstichting overgaan, zoo er in die stad of

dorp reeds een geïnstitueerde kerk bestaat, maar

dat

gehouden zich daarbij aan oog, alsof eenige

Niet, dit springt in het

te sluiten.

uitwendige

zijn ze

macht hen daartoe dwingen kon,

noch ook alsof de geïnstitueerde kerk dier plaats formeel eenig recht op hen

kon doen gelden immers recht op hen kan ;

ontvangen; maar in dien

eerst door de stipulatiën

Godswege hiertoe gehouden

zijn,

ze anders handelen. Hierbij echter

stipulatiën

waartegen

hebbe,

natuurlijk ondersteld, dat de zij

,

en niets in

de aankomende of nieuw

bekeerde in zijn conscientie voor God bezwaar gevoele. dit het geval,

dan wordt

hij juist

van Godswege

Want is

in zijn con-

van die toetreding afgehouden.

scientie

bijvoorbeeld de geïnstitueerde kerk

Stel

van

en zijn recht schenden, zoo

is

geïnstitueerde kerk dier plaats goed geïnstitueerd

haar

die kerk

zin, dat ze

is

een Baptistische,

een Luthersche, een Remonstrantsche of een Anglicaansche, of

wel ze hebbe, op wat manier ook, in haar belijdenis, eeredienst of

vorm van

regeering,

wat met de

iets

tuiging van zulk een persoon of groep schil

van

voor een

hem

kerk

pertinente

dan kan

over-

dit ver-

zóó overwegend worden, dat het institueeren

van

formatie

zuiverder

of belijdenis,

Gods wordt geëischt.

conscientie, juist door de eere

mag

strijdt,

geen ja en amen zeggen op stipulatiën, die met

tuiging in strijd zijn; en

mag

Hij

in zijn

kan en

zijn over-

zich dus ook niet voegen

bij

een

kerkfonnatie, die uitdrukkelijk of stilzwijgend iets dergelijks in

hare stipulatiën eischt of onderstelt. Zoo beslist als onze vaderen

deswege hetCongregationalistisch afwezen, zij

hun

even

stellig

recht,

om

erkenden in

elke

stelsel zij

stad

van

hun

vrije

kerkgroepeering

plicht en

handhaafden

en in elk dorp, waar geen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen