Is er aan de publike universiteit ten onzent plaats voor eene Faculteit der Theologie? - pagina 31
Referaat voor de meeting, gehouden ter gelegenheid van de tiende jaarvergadering der vereeniging voor hooger onderwijs op gereformeerde grondslag
31
genade in onze oogen vinden, maar moet ze door elk
Het hier
man van
be-
ons Staatsrecht, waarmee
we
worden gewraakt.
ginsel
primordiaal beginsel nu van
te
rekenen hebben,
de nominaal door
is
alle partijen
beleden
dat de Staat als zoodanig onbekwaam en onbevoegd is, de geestelijke worsteling, die in den boezem der natie gestreden wordt, als Overheid de wet te stellen. Eertijds zag men dit
overtuiging,
om
bij
anders in. Onze Staat koos toen partij voor Athanasius tegen Arius, voor Augustinus tegen Pelagius, voor Calvijn tegen Bellarminus, voor Gomarus tegen Arminius, en verklaax'de zich, krachtens dit confessioneele
standpunt, op religieus, ethisch en intellectueel gebied voor
zulk een opvatting van deze drie levensterreinen,
door de
als
erkende kerk.
]ieei-sche)id
Uit die
als
gehuldigd werd
gedachte wierd de
Leidsche Academie, wierd die van Utrecht en Groningen geboren, en het was, in dit verband, volkomen normaal, dat de Overheid aan elke
dezer Academiën
niet
slechts
den gang van het wetenschappelijk
onderwijs beheerschte, maar ook het glanspunt harer hoogesc holen zocht en vond in de officieele theologische faculteit. Het toen geldend
van Staatsrecht
beginsel
dat
deel,
hetwelk
der Overheid
:
onverschillig
of
of
splitste
de natie in twee deelen. Eenerzijds
confessioneel
homogeen was met de opvatting
en daarnaast een ander deel van dissentieerenden, deze Roomsch, Luthersch, Remonstrantsch, Joodsch
Wie eensdenkend met de Overheid was
Liberty nsch waren.
gold
toen voor den echten burger; wie van de Overheid in zienswijze verschilde,
wierd slechts
als bijivoner
geduld.
Kortom men stond toen
nog op het middeleeuwsche standpunt, dat uit de paganistische wereldbeschouwing te kwader ure in de clu-istelijke wereld was overgegaan. Thans echter ligt in dit standpunt het beginsel van ons Staatsrecht niet meer. Zulk een splitsing van de burgerij in volle burgers en dissentierende bijwoners dat alle
burgers
is
opgegeven.
Men
erkent thans,
voor de wet gelijk moeten staan, en dat uit dien
hoofde de Staat in zijn wetgeving niet de zienswijze van de ééne helft
der burgerij
tegenover de zienswijze van de andere helft der
burgers op religieus, ethisch, en intellectueel gebied,
In
tot
oordeelen zoo
het afgetrokkene
Niemand
stelt
zal
thans
alle
partijen.
pretentie op, dat de Staat zijn bepaalde kerk
meer de
de heerschende
notnuKtdi
mag propageeren.
maken
;
niemand spreekt
er
meer van, dat de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 44 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 44 Pagina's