Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 208
Vooraf gaat een historisch berigt, nopens de belydenis en geloofshervorming in de Nederlanden door Arnoldus Rotterdam, bedienaar des Goddelyken Woords te Zuylen. Op nieuw uitgegeven, en bij ons kerkelijk publiek ingeleid door Dr. A. Kuyper
206
XXIV.
.
Artikel,
Eertyds waart gij duisternisse, maar nu zyt gj ligt in den Heere. 2 Cor. 4 6. God die gezegd heeft, dat het ligt uit de duisternisse zoude schynen, is de gene die in onze herten gescheenen heeft, om te geven verligtinge der kennisse der heerlykheid Gods, in 't aangezigte Jesu Christi. 2. Bekommert zig met de dingen des lieeren te bedenken, hoe dat by namelyk den zelven behagelyk wandelen zal, agtende de dingen die de waereld aangaan, in vergelykinge met het eeuwige niet waardig dat hy zyn verstand daar in bezig boude; Phii. 3:8. Ja gewisselyk, ik agte -ook alle dingen schade te zyn, om de uitneraentheid der Want 2. kennisse Jesu Christi, mynes Heeren. 1 Cor. 2 ik hebbe niet voorgenomen iet te weeten onder u, dan Jesum Christum, ende dien gekruist. :
:
3. Zoekt de vorige trotsheid af te leggen, nederig zig onderwerpende aan Gods openbaringe; Psalm 131 1, 2. ó Heere, myn herte is niet verheven, nog myne oogen zyn niet hooge ook hebbe ik niet gewandelt in dingen my te groot en te wonderlyk. Zo ik myne ziele niet hebbe gezet en stil gehouden, gelyk een gespeend kind, by zyne moeder. :
Houdt
het bedenken en nasporen van even-mensch voordeelig te zijn, om hem waare liefde na ziel en lighaam te bewyzen Phil. 4 8. Voorts Broeders, al wat waaragtig is, al wat eerlyk is, al wat regtvaerdig is, al wat rein is, al wat liefelyk is, al wat wel luid, zo daar eenige deugd in is, ende zo daar 4.
allerlei
bezig
zig
middelen,
om
in
zijn
;
:
eenige lof in
is,
dat dezelve bedenkt.
h.
De Wil
1.
Ontfangt een
een welbehagen, eene liefde tot de
lust,
wet Gods, en alle de Goddelyke waarheden Psalm 119 97. Hoe lief hebbe ik uwe wet! zy is myne betragtinge den 22. Want ik hebbe een vermaak gantschen dag. Rom. 7 in de wet Gods na den inwendigen mensche. 2. Zy keurt voor goed den Goddelyken wille, ende 12. Ook waarlyk God alle deszelfs handelingen; Job 34 handelt niet godlooslyk: ende de Almagtige verkeert het 12. Alzo is dan de wet heilig, ende regt niet. Rom. 7 liet gebod is heilig, ende regtvaerdig, ende goed. 3. Zy onderwerpt zig geheel aan dezelve, met verloge128. Darom hebbe ik ning van eigen wille; Psalm 119 uwe bevelen van alles voor regt gehouden, maar allen val6. Ënde hy beeschen padt hebbe ik gehaat. Handl. 9 ;
:
:
:
:
:
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's
![Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 208](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/zions-roem-en-sterkte-ofte-verklaaring-van-de-zeevenendertig-artikelen-der-nederlandsche-geloofsbelydenis/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's