Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 269
ONDERWIJSQUAESTIE.
269
die conscientiegrieven slechts ingebeeld zijn, uiaar dat de paedagogische gebreken der wet dringend voorziening eischen. Nu heeft die zevenmaal herhaalde vraag aan het Kabinet flat
nooit
een
andere
bedoeling gehad dan deze:
Ligt het in
uw
plan,
even-
bij
tueele
herziening der wet, voldoening te geven aan hen die grieven o]) stuk der conscientie hebben, of aan hen die grieven hebben op het stuk der paedm/ogiek, of wel aan beiden tegelijk ? En het antwoord op die eenvoudige vraag heeft de Regeering gemeend ons dusver te moeten onthouden. het
Ik heb mij laatstelijk veroorloofd er op te wijzen, hoe vooral in verband met de optreding van den Minister van Justitie in dit Kabinet die houding ons moest bevreemden. Bij de discussie over de provinciale
de
van
Minister
Departement niettemin
in
zich in deze
belastingen in Friesland bevond
Kamer, en hoewel
dat wetsontwerp niet betrokken was,
bij
het debat en verklaarde:
Vergadering
met
Justitie
een
niet
oogenblik
„Het doet mij
vroeger
hij
mengde
voor
zijn
hij
zich
leed, dat 'ik
de
heb bijgewoond en daardoor
de gelegenheid ben geweest met de geachte afgevaardigden uit en Deventer, die op dit punt eenstemmig schijnen te denken, van gedachten te wisselen." in
Zieriksee
Het
valt dus in
den geest van. den Minister van
in
debatten te mengen, waarin
is,
en er
is
gedachten
hem
bij
te wisselen over
zijn
viel
brengen, op.
op
mijn
zeer
om met
vroegere politiek. mij
Justitie,
zich ()ok
niet rechtstreeks als Minister betrokken
zekere graagte
zelfs
die Minister, toen ik laatstelijk te
hij
leden der
En
veroorloofde zijn
ernstige
instantie
Immers niemand kan noch mag
Kamer van
des ondanks heeft
naam
gezwegen.
in het debat
Dat zwijgen
onderstellen, dat de Minister
van Justitie op het stuk van onderwijs veranderd zou zijn van overtuiging. Zaterdag zagen wij den Minister hier nog verschijnen ter wille de nieuwe behuizing voor zijn Departement. Zou iemand nu kunnen of durven beweren, dat de Minister van Justitie meer hart had voor een nieuwe behuizing voor Chiistelijke
gekend
Departement dan voor een betere behuizing voor de Ik geloof, dat wie den Minister als lid der Kamer zou meenen tekort te doen aan zijn vastheid van zijn
school.
heeft,
over-
tuigmg en karakter, door ook maar in de verte die mogelijkheid aan nemen. En toch wordt hij heden, nu het onderwijs aan de orde
te is,
hier gemist.
Er moet dus Minister bindt.
iets
Er moet
zelf verklaart zoo
in
den boezem van het Ministerie
iets
zijn, dat den achter steken, dat wij dezen Minister, die
gaarne over aangelegen punten met de leden der Kamer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's