Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 82
82
KOLONIALE QUAESTJE.
gedaan.
Zoo nu doet ook onze Minister.
de Minister
bereid
van
van
2
art.
was het
het besluit
antwoordt,
Minister
initiatief te
dat,
Ik had duidelijk gevraagd, of
nemen,
om
van 1874, No. 99,
wanneer
aandrang komt,
maar een antwoord op
een
hij
Mij dunkt, mijnheer de
Voorzitter, dat dit antwoord verlegenheid verraadt
mijn vraag,
provoceeren, en de
te
uit Indië daartoe
zich waarschynlijk daartegen niet zal verzetten.
op
een kleine wijziging
;
het
vraag,
is
geen antwoord niet
ik
die
ge-
daan heb.
Ten
nog een enkel
slotte
woord over een quaestie van
constitu-
tioneel belang.
De
Minister zegt:
Waar
zou het heen, wanneer zoo
bij
ting telkens algemeene theorieën ter sprake gebracht worden
de begroo-
Ik vraag
?
Wanneer moeten die dan ter sprake komen ? Is er eenig Parlement van Europa, waarin men ooit de stelling durfde verdedigen, dat men bij begrootingsdiscussiën de algemeene beginselen van regeering op mijne beurt
niet
kon bespreken?
Wanneer als
:
de
de Minister
rechtzinnige
leer
mij het Parlement wil noemen,
van het parlementaire
spreek ik hem, maar ook dan alleen,
vrij
stelsel is
waar
dit ooit
aangenomen,
van constitutioneele
ketterij.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's