Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 212
ELECTORALE QUAESTIE.
212
constitutioneel
vonden worden om dunkt,
mij
dubbel bedenkelyk, eenerzijds
is
meer openbaart, maar ook
niet minder,
indien
de autocrati-
l)ij
men
er op
let,
hoe we
naar het algemeen stemrecht, dat,
steiler hellen
al
En
van Europa meer en
die zich in een aanzienlijk gedeelte
langs de penle fatale in
gedweept, thans reeds bereid zouden ge-
o zoo gaarne, voor iets beters uit te ruilen.
't,
gevaar
dit
neiging,
sche
hebben
stelsel
Duitschland ingevoerd, door den machtigen invloed, dien de Duitsche
op
geest
En
zijde
niet vertegenwoordigd gedeelte van
nog
men
ook
tot
vertegenwoordigers
zijn
hoe
gevoelen,
toch
van
quentie
de
het
waarop
lijn
dit
volgaarne erken, dat er een
de natie hier
te
is,
Ave
Is er dan, indien
fijnere,
Wie nu kan
dit
ernstigste willen bestrijden
niet ten
ge
zenden, zoo zal
als logische conse-
ons thans bevinden, eenvoudig zou
overheersching van het meer ontwikkelde,
met mij
dat niet ten onrechte
mogen
algemeen stemrecht,
de natie door de groote massa.
van zou
dan ook van de andere
hoezeer ik
verlangt
den
meer en meer proselieten maakt.
oefent, ook hier
volk
ons
lei-
edeler element
wenschen
Wie
?
?
aanneemt, geen oorzaak voor de vrees
dit allen
werkelijk lek
dat het scheepke van ons kiesstelsel
is ?
Ik wil niet zeggen
tijdlang boven pompen water zijn te houden, maar toch wrak genoeg om de vraag te wettigen, of het allengs op stapel zetten van een nieuwen bodem wel zoo geheel zal het
zoo lek, of met aanhoudend
nog wel een
overtollig zou zijn?
Of hebben al dit
verkeerde niet in het stelsel
Ware
digheden? ander
doen met een voorbijgaand verschijnsel
wij hier te
stelsel
zelf,
maar
kon
er
over te gaan, en zouden
we
dit
zoo,
dan
in de
?
Ligt
bijkomende omstan-
geen spraak
zijn
van tot een
slechts op betere tijden
hebben
te wachten.
Toch
zal
dunkt
dit,
mij,
wel door niemand beweerd worden.
Het
wezen van het constitutioneele stelsel ligt daarin; dat het aan de maatschappij wettigen invloed geeft op de ontwikkeling van het Staatsbestuur.
de maatschappij sinds 1848 gebleven wat
Ware nu de
verhouding tusschen haar en den Staat
wat
zij
vallen.
leven
in
1848 geweest
Maar hoe juist
sinds
te
is,
in
zij
was, dan zou ook
hoofdzaak kunnen blijven
en zou de noodzaak voor verandering ver-
ontkennen, dat de gesteldheid van het maatschappelijk
1848
dusdanige
verandering onderging, dat de band
tusschen maatschappij en Staat, die destijds nog voldoen kon, thans zou
klemmen ? Gneist heeft de fout, die het kiesstelsel, dat thans nog in de meeste
Staten van Europa geldt, aankleeft, volkomen juist hierin aangewezen, dat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's