Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 184

XXII.

182

"Welke zyn de middelen voor hen die daar toe te komen ?

Vrag. missen,

Artikel, 't

gelove

om

Het woord Gods neerstig horen, leezen, onen overdenken, en over het zelve en alle geestelyke dingen met andere te zamenspreken. Als zynde het middel door welk de H. Geest den mensche Antw.

1.

rierzoeken,

wederbaart. Jac. 1 a. 18. Na zynen wille heeft hy ons gebaart door het woord der waarheid, op dat wy zouden zyn als eerstelingen zyner Schepselen. :

h. Het gelove schenkt. Rom. 10 17. Zo is dan het gelove uit het gehoor Ende het gehoor uit het woord Gods. :

:

En bestiert wy hebben

op den weg des levens, 2 Petr. 1 19. het Prophetische woord dat zeer vast is, ende gy doet wel dat gy daar op agt hebt, als op een ligt schynende in een duistere plaatze, tot dat de dag aanligte, ende de morgensterre opga in uwe herten. c.

Ende

:

2. Plegtig te komen onder de verkondinge des woords, alwaar God byzonder zyns naams gedagtenis gestigt heeft. Exod. 20 24. En met zyn Geest genade en Majesteit tegenwoordig is tot bekeering der Zondaren. Matth. 18 20. Daarom, Hebr. 25. Ende laat ons onze onder10 linge byeenkomsten niet nalaten gelyk zommige de gewoonte hebben. Psalm 27 4. Een ding heb ik van den Heere begeert dat ik zal zoeken dat ik alle de dagen myns levens mogten wonen in het huis des Heeren, om de liefelykheid des Heeren te aanschouwen, ende te onderzoeken in zynen :

:

:

:

:

tempel. 3. Veel gebruik maken van de byzondere zamenkomste der Godvrugtigen, Psalm 119, 23. Ik ben een gezelle aller die u vreezen, ende dier die uwe bevelen onderhouden.

Dewyl a.

Ende

zy.

Den evenmensch op wekken

tot

hun

pligt,

Jes. 2

veele volken zullen henen gaan, ende zeggen

:

:

3.

Komt

den berg des Heeren tot den huize des hy ons leere van zyne wegen, ende dat wy wandelen in zyne paden. h. Het goede dat Gods kinderen genieten, andere onder het ooge brengen en aanpryzen, Psalm 66 16. Komt hoort toe alle gy die God vreest, ende ik zal vertellen wat hy aan myne ziele gedaan heeft. Psalm 36 8, 9. Hoe dierbaar is uwe goedertierentheid ó God, dies de menschen kinderen onder de schaduwe uwer vleugelen toevlugt nemen. laat ons

Gods

opgaan

Jacobs,

tot

op

dat

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen