Separatie en Doleantie - pagina 14

HET VOORTBESTAAN DEK OEÏNSIITUEERDE KERK.

14

opeulijk plaats hebben, al naar de regelen

verband

zijn vastgesteld.

kerk

dier plaatse moet aansluiten

te

zoo

noch

kerk

aan

het

aan

gane

te

En

en evenzoo dat de kerk

maar

zich

aanmeldend

verband

lid

lid

rechten

in

hem aan

is,

te

aan

de

noch de

kerk

aandoen; en hun

geweld

ontstaat alzoo eerst door de

stipulatiën.

ditzelfde

standpunt nu neemt Voetius en het Gerefor-

meerde kerkrecht ook ten opzichte van de gedoopten kerken doopen niet

maar

baren,

geboren

is.

nemen,

in kerk elijken rechte gesproken

aanmeldend

zich

het

wederzijdsch

;

van Godswege gehouden

zuiverlijk belijdt;

hij

kan

het kerk-

bij

van Godswege aan de

wel, dat wie naar elders verhuist, zich

te dier plaatse

die

Natuurlijk erkent ook de Calvinist

')

konden

als

zij

Onze

in.

door den Doop iemand weder-

in de onderstelling dat de doopeling vooraf weder-

Waar men

dat niet onderstelt,

mag

niet gedoopt

worden. Elke doopeling, ook het kleinste kind, wordt dus niet

om hem

gedoopt,

in te lijven, als zijnde

maar

een

lid

daardoor eerst in het Lichaam van Christus als zijnde een lidmaat

van

van Christus,

zijn

Hieruit volgt intusschen nog volstrekt reeds

door

zijn

Doop

nen zin des woords zou

lid

niet,

uit zijn eigen

ouders.

De

zijn.

Wel

rechtelijk

met de

hunne kinderen als

zijn,

overige

geioo-

heeft hij in die geïnstitueerde

hoofde en nog

ouders toch

z.

dat hy daarom

der geïnstitueerde kerk in den

kerk, zoo hij uit ,/geloovige^' ouders geboren niet

w.

d.

mystiek-geestelijk Lichaam.

is,

alleen uit

maar

zijne plaats,

hoofde van zijne

op grond van Gods Woord, kerkovereengekomen,

geloovigen

in de geïnstitueerde kerk

dat

zouden mederekenen,

de zoodanigen voor wie de kerk zorge had te dragen

maar

;

zelfstandige rechten uitoefenen kunnen de gedoopten, als zoodain de geïnstitueerde

nig,

kerk nog volstrekt

Voetius ze noemt, memhra incompJeta d. kerk.

Hij,

zoowel

als alle

i.

niet.

Ze

zijn,

zoo als

onvolgroeide leden der

goede schrijvers over Gereformeerd

kerkrecht, ontkent dan ook ten stelligste, dat ze virtmliier reeds

door hun Doop genoegzaam ,/beleden" zouden hebben, gelijk

1)

Ecclesia cogi nou potest, ut in coinuiuuionem admittat,

Rome

quem

iustis

de causis non admittendum iudicat. [Een kerk kan uiet gedwongen worden, om in haar gemeenschap op te nemen, iemand omtrent wien ze

op goede gronden oordeelt dat

hij

niet

kan toegelaten.]

(Ib.

Vol.l,p. i9>

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen