Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 102
102
BIJVOEGSEL TOT DE
omfen,
den
door
KOLONIALE QUAESTIE.
van
souvereiii
Nederland
veroveringen, gemaakt door een lichaam,
toenmaligen
den
van
sonverein,
Een Koning
kroondomein,
van
's
boezem der
over een
is
De
rijk,
souvereiniteit,
dat deze
d.
der
i.
autoriteit ten deze,
gewesten
is,
dat de
naar
Koning son-
koloniën bezit.
als
over het Rijk der Nederlanden toekomt aan
die
Koning, komt over de Koloniën
den
natie,
Ceylon heeft, mist onze
dit in
Konings
recht en eisch der historie, kan gezegd worden, verein
veeleer in
alleen onder de anspiciën
was voortgekomen.
zelf,
Victoria
gelijk
het hoogste wat
en
;
den
nit
maatschappij, en dns van het volk
maar
behaald,
dat,
(wijl
de souvereiniteit ten deze uit
het bezitsrecht voortvloeit) dns toe aan het Rijk. door Koning en Staten saam kan en
Alleen der
worden
Koloniën
en niets
beslist,
zoolang van oud-conservatieve
is
mag
dus ten opzichte
onzedelijker geweest, dan het
volgehouden systeem, alsof de Koloniën,
zij
op den keper bezien, volmaakt gelijk stonden met een dominium regale, waarmee de Staten noch wat souvereiniteit noch wat controle aangaat,
ook maar
En
iets
hadden
uit te staan.
waren
de
toch
tegenover
de
hun
recht
om
de inmenging van de Staten-Generaal in kolo-
aangelegenheden
Dat was een
verdedigen op gelijke gronden, als waarop de
te
met de aangelegenheden van het Moederland
rust.
volstrekt onverdedigbare theorie.
Voor het Moederland toch Staten
in
liberale oppositie op koloniaal terrein, die de
bemoeiing der Staten
der
volkomen
daarbij
toenmalige
ongerijmdheid beging niale
conservatieven
wortelt alle constitutioneele bemoeiiuir
met het regeerbeleid
in
het recht van elke natie,
om
aan
den vorst haar geld te weigeren of toe te staan.
Maar met
voor het Moederland wel en deugdelijk gefundeerde
dit
kwam men
recht
op
koloniaal
terrein,
zoodra
men
het masker
aflei,-
natuurlijk geen duimbreed verder.
Immers, schap
Friezen
over Avat
Balinees
of
Zeeuwen
en
hebben wel een recht van
zeu's-en-
Zeeuwen en Friezen opbrengen moeten, maar voor wat
Javaan
zou
preesteert,
nooit eenige andere conclusie zijn
te
hieruit,
mits
men
logisch zijn wil,
trekken, dan dat ook de Javaan of
de Balinees hierover zeggensreclit kreeg.
Op hoogen Koloniën
meê
te
toon
een
budgetrecht
tegenover
betaalt en
nog tamelijk wat
uit trekt, is spelen
recht geweld aandoen en opzettelijk verwarring
En
het
den
eischen voor een geldelijk beheer, waar
is
Staten-Generaal,
daarom
om
zich
dan aan
ook,
Koning inzake
men
zelf niet
met woorden,
is
aan het
brengen in de begrippen.
dat wij het recht en den plicht der
de Koloniën gelegen te laten liggen, in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
![Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 102](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/eenige-kameradviezen-uit-de-jaren-1874-en-1875/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's