Is er aan de publike universiteit ten onzent plaats voor eene Faculteit der Theologie? - pagina 38

-

38

woorden van Coccejus anders dan de juiste de Haagsche Synode in haar encycliek bedoelde met het zeggen: ,/dat na moet gisten in de kerk, al wat gist in het volksleven?" Wat teekent Coccejus ons hier anders dan het welgelijkend portret van wat thans onder de organisatie van i 8 1 6 in het Synodaal genootschap feitelijk tot stand kwam? En ook, welk ander standpunt is hier door Coccejus in schets gebracht, dan datdeze opmerkelijke

zijn

uitdrukking

van

wat

gene waarop thans de Theologische faculteit aan onze publieke Unistaat?

versiteit

Metterdaad

Coccejus

testantisme, taaiheid

dank

zij

hier als historiograaf tevens

is

eeuw aan het

geweest, en hetgeen in de 16e

profeet

negatieve Pro-

het kloeke optreden van Prins Maurits en de

der Gereformeerde bevolking, mislukt was,

is

drie

later,

door blinddoeking van het Gereformeerde volk, maar

tieve,

maar het

eeuwen

wel wet gelukt. Laat dus onze tegenstander ophouden zich tegenover de en tegenover het beginsel van ons staatsrecht op de historie te beroepen. Roept men de schim der historie op, dan moet niet het nega2iositieve

al te

Protestantisme in onze Theologische f ac ulteit

aan het woord gelaten, en dat

iDositieve

Protestantisme bepaaldelijk

in zijn Calvinistischen vorm.

Het

dus volstrekt niet alleen de Roomschen, die gelijk

zijn

Prof.

Tiele waande, op grond van ons Staatsrecht, beklag en protest tegen

deze dusgenaamde Theologische faculteit indienen; tegen die negatie f Protestantsche faculteit aan onze publieke Universiteiten gaat even luid het diep verontwaardigd protest uit van een iegelijk op onze erve, die

aan het glorietijdperk van onze Calvinistische vaderen nog de grondtype voor zijn eigen leven ontleent, en met onze vaderen vasthoudt

aan de

ware Gereformeerde

religie.

Wilde men drie Theologische

faculteiten naast elkander oprichten, een Calvinistische, een

rirent,

i.

e.

Ecclesiam novam ex omni

hominum genere Christum

tium conflatam, subditam non capiti sed tyrannis, Dei

oinnia

sentire,

omnia credere, ac docere

in

Roomsche

ore appellan-

quapraeter veritatem gratiae

liceret,

quae quis ulla vel

scripturarum, sive traditionis specie novaturienti ingenio approbare posset

abnegare

et

labefactare,

quodcunque

;

littera

liceret

ulla ratiuncula vel cavillatione scripturae

eindere sibi posse viderentur. Quodinstitutum conciliationem et pacem. Ecclesiae vocitaverunt,

praetextentes

suis

inventis

primo prophetandi libertatem, ad

omnis doctrinae admissionem, deinde libertatem liberationem.

arbitrii

ad evertendam gratiae

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen