Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 248

ONDERWIJSQUARSTIE.

248

onzerzijds

hebt

vast;

het

bji

om

noodzakelijkheid

zweeg

o-eering

rekenen

te

klimmen

Ik

ontveins

der schoolwet houden wij

De Re-

dat dit zwijgen mij

niet,

mij vragen deed

en

'

gevaar bestaat zelfs onzes inziens de

het

beginsel der schoolwet te beveiligen.

dit

daarop.

verontrustte

eerst

Kamer

aan het beginsel

;

van

:

in het

Heeft dan werkelijk de Eerste

Troonrede de pensee intime van het Kabinet

in de zinsnede der

kwamen we hier in debat. Het Adres van Antwoord der Tweede Kamer kwam aan de orde en de geachte afgevaardigde uit Arnhem haastte zich, de Regeering nader over haar voorne-

geraden?

later

Iets

mens ten deze zoenenden

Hij deed dit in zeer concilianten, ver-

interpelleeren.

te

drong

Zijnerzijds

geest.

men

die

doenlijk de wijziging,

op

er

hij

dat

aan,

zoo

spoedig

den zin had, zou worden ingediend,

in

opdat

hoe eer hoe beter de schoolquaestie mocht ophouden onze staat-

kunde

te beroeren.

vaardigde

gaf

Regeering

destijds

In antwoord

van

Minister

de

de vraag van den geachten afge-

op

werd:

namens

de

en wel in dezer voege, dat na-

opening van zaken,

mens de Regeering verklaard

Zaken

Binnenlandsche

jGij,

aan de overzijde,

weest niet

ongerust; aan Art. 194 der Grondwet zal door ons niet Avorden getornd, der wet van 1857 houdt

en aan het hoofdbeginsel Dit

vast."

gerustheid

die

aanvankelijk de

viel

te

in

beken het,

ik

aan

deze

zijde

der

aan

toegankelijk,

Wie

debat,

bij

bestond, te doen

Regeering,

deze

zijde

meer ken ben

weer ruimer adem haalde en denken

weet, of het zich nog niet ten goede keert.

werd

afgevaardigde

terzijde

bij

Leiden,

Het werd

is

het

debat Averd ingeleid door den

maar door echter

de Regeering min

van de Regeering

en wel in degelij-

hervat

En ook

om

aan de overzijde

te

aan

uw wenschen

van deze

Regeering

bezwaren

te rekenen.^'

te

toen heb-

doen doorschemeren

u geen ongerustheid opkomen!" maar zonder

ook

of

verklaringen gehoord, die mijns inziens op-

of mijn vrienden geantwoord werd: zullen

Daarna

maar zonder dat van de Re-

bekende onderdeel van hoofdstuk V.

nieuw de strekking hadden, ,Laat

Het

bekomen. uit

geschoven.

zin bij het wij

der

het Adres van Antwoord begonnen, voortgezet by de algemeene

antwoord

geachten

het hoofdbeginsel

weer zoo meê en was zoo rekbaar, dat

beraadslagingen over de Staatsbegrooting, geering

dat

hare oogen was: een openbare school voor ieder bruikbaar

ik metterdaad voor een oogenblik

ging:

om de overzijde om de gerustheid, toenemen. En toch

zeer geschikt,

edoch minder geschikt,

stemmen;

verklaring

latere

schoolwet en

was,

alles

tot

ook deze Regeering

„Weest

ook

tegemoet komen;

wachten,

heeft

gij

dat ooit aan mij

niet

ongerust, wij

de schoolwetwijziging,

de strekking

om

ook met

uw

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen