GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 183

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 183

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van

de Grootheyt des Vals.

179

V. Kan dan de Heere van onrechtveerdigheyt niet beschuldight worden, wanneer hy van den mensche eyscht, dat hy niet doen en kan? A. Neen. V. Kan hy oock van onwijsheyt beschuldight worden, wanneer hy eyscht het gene hy te voren weet, dat niet sal volgen? A. Neen. V. Wie zijnse die daer drijven, dat, by aldien de mensche van hemselven geen krachten heeft, om de Wet Godts te onderhouden dat Godt dan met recht de onderhoudinge der Wet van den mensche niet kan eyschen, ja dat Godt sulcks eyschende den mensche onrecht soude doen? A. Papisten, Remonstranten, Mennoniten, &c. V. Waer uyt soudt ghy bewijsen dat de Heere van onrechtveerdigheyt ende van onwijsheyt niet kan beschuldight worden, wanneer hy van den mensche eyscht dat hy niet doen en kan ofte te voren weet, dat niet en sal volgen? A. Exod. 7. 2, 3, 4. Ghy sult spreken alles wat ick u gebieden sal, ende Aaron u broeder sal tot Pharao spreken, dat hy de kinderen Israëls uyt sijnen lande trecken late. vs. 2. Doch ick sal Pharaos harte verharden, ende ick sal mijne teeckenen ende wonderheden in Egyptenlande vermenighvuldigen. vs. 3. Pharao nu en sal ulieden niet hooren, ende ick sal mijne hant aen Egypten leggen, ende voeren mijne heyren, mijn volck de kinderen Israëls uyt Egyptenlant, door groote gerichten. Ezech. 2. 4, 5, 6. Ende dese kinderen zijn hardt van aengesichte, ende stijf van herten; ick sende u tot hen, ende ghy sult tot hen seggen Soo seyt de Heere Heere , Ende sy, het zy datse 't hooren sullen, ofte het zy datse 't laten sullen (want sy zijn een wederspannigh huys) soo sullen sy weten dat een Propheet in het midden van hen geweest is, &c. Rom. 3. 5. Indien nu onse ongerechtigheyt Godts gerechtigheyt bevestight, wat ,

,

,

,

,

:

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 183

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's