Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 590
Yan
586
de Eechtveerdighmakinge.
Yrage
60.
Hoe zijt gliy rechtveerdigh voor Godt? Antw. Alleen door een oprecht geloove in Jesum Christum:
alsoo,
dat al
is
't
dat mij mijn eons-
alle de geboden Godts swaerlick gesondight ende der selver geen gehouden hebbe, ende noch steedts tot alle boosheyt geneyght ben Nochtans Godt sonder eenige mijne verdienste, uyt louter genade, my de volkomene genoeghdoeninge, gerechtigheyt ende heyligheyt Ohristi schencket ende toerekent, even als hadde ick noyt sonde gehadt, noch gedaen, ja al hadde ick oock al de gehoorsaemheyt volbracht,
cientie
beklaget,
dat
ick
tegen
,
;
die
Christus
voor
ick sulcke weldaet
my
volbracht heeft, soo verre
met geloovige
herte aenneme.
V. Hoe zijt ghy rechtveerdigh voor Godt ? A. Alleen door een oprecht geloove in Jesum Christum, &c. V. Hoe kondt ghy voor Godt rechtveerdigh zijn, soo ghy doch een arm sondaer zijt? A. Alleen door het geloove. V. Is'er dan niet meer van doen als het geloove? A. Ja. V. Welck is dat ? A De gerechtigheyt Christi. V. Maer is'er yet meer van doen in den mensche als het geloove ? A. Neen. V. ~Zijn onse eygen wercken niet van doen tot de rechtveerdighmakinge ? A. Neen. V. Zijnse schadelick soo wy daer door willen gerechtveerdight worden
?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's