Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 123

Van

des Menschen Ellende.

119

A. In mijne sonden, die ick begaen hebbe tegens mijnen Godt; ende in de straffen, die ick door mijne sonden verdient hebbe. V. Seght eens met twee woorden, waer in uwe ellendigheyt bestaet? ende in de straffe van A. In de sonde, sonde. V. Hoe veelderley is de sonde? A. Tweederley, erfsonde ende datelicke sonde. V. Hoe veelderley is de erfsonde?

A. Tweederley, toegerekende ende inwoonende, of inklevende. V. Welck is de toegerekende erfsonde ? A. De sonde Adams, welcke ons van Godt rechtveerdighlick wort toegerekent, om dat wy als oorspronckelick in Adam hebben gesondight: Eom. 5. 12. In welcken aUe menschen gesondight hebben. V. "Welck is de inwoonende erfsonde? A, Die inwendige verdorventheyt waer mede de mensche ontfangen ende geboren wort. V. Waer in bestaet die ? A. In een onbequaemheyt tot alle geestelick goet, en in een genegentheyt tot alle quaet. V. Hoe wert dese sonde genoemt? A. Den Ouden Adam, den Ouden Mensche, de verdorventheyt, het vleesch, het lichaem der sonde, de Wet der leden, &c. V. Maer ghy spreeckt hier van erfsonde, is 'er oock soodanige inwoonende erfsonde? A. Ja. V. Waer uyt soudt ghy dat bewijsen? A. Genes. 6. 5. Ende al het gedichtsel der gedachten sijns herten t'allen dage alleenlick boos was. ende 8. 21. Het gedichtsel van 's menschen herte is boos van sijner jeught aen. Job 14. 4. Wie sal eenen reynen geven uyt den onreynen? Johan. 3. 6. Het gene uyt vleesch geboren is, dat is vleesch. Psalm 51. 7. ^iet ick ben in ongerechtigheyt geboren, ende in ,

'

de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen