GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 539

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 539

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de algemeyne

535

Christelicke Kercke.

waerheyt, Joh. 14. 16, ende 1. 13 14. 3. De gelegentheyt des waren geloofs welck soodanigh is, dat het onverwinnelick is. Joh. cap. 7. vs. 38. Joh. 11. 25, 26. Eom. 6. 9, &c. 1. Petr. 2. 3, 4, 5. 4. De roepinge Godes, die onberouwelick is, Rom. 11. 29. 5. De salige hope, die niet en beschaemt, Rom. 5. 5. 6. De nauwe bewaringe Godes, 1. Petr. 7. 1. 5. De Sacramenten, die de Heere heeft verordineert, om ons te zijn sekere segelen ende panden van onse saligheyt. V. Dit is alles wel soo lange als de mensche hemselven door de sonde niet en werpt uyt de gunste ende genade Godes ? A. Een waerachtigh kint Godts en sal soo verre niet sondigen, dat hy sich geheel ende al soude werpen uyt de gunste ende genade Godes. V. Bewijst dat? A. 1 Joh. 3. 9. Een yegelick die uyt Godt geboren is die en doet de sonde niet. ende 5. 18. V. Nochtans soo heeft David, Salomon Petrus, &c. soo swaerlick gesondight? A. 't Is wat anders te sondigen, ja swaerlick te sondigen, ende wat anders soo te sondigen dat men geheel en al, van wegen de sonde, komt te vervallen van de genade ende gunste Godes: dat de geloovigen sondigen konnen, ja soo nu en dan swaerlick sondigen dat en wort by ons niet ontkent noch daer over en is de questie niet; maer de questie is, ofse soo sullen sondigen van wegen hare datse t'eenemael sullen verloren gaen dat wort sonde by ons wel ront uyt ontkent ende zijn de tegenpartijders niet machtigh dit te bewijsen. Maer wy dat, soo wanneer een ware kint Godts in seggen d'een ofte d'ander sware sonde komt te vallen de Heere als dan het selve in de sonde niet laet leggen, maer het selve genadelick de hant biedt, ende doov ende leyt haer in oock Ephes. 4.

haer, 17.

alle

vs. 30,

Siet

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 539

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's