Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 490
Van
486 d
Christi Hemelvaert.
V. Bewijst dat Christus met sijne genade ende Geest
by den geloovigen
is?
A. Esai. 54. 8, 10. Maer met eeuwige goedertierentheyt sal ick my uwer ontfermen, seyt de Heere uwe Verlosser, &c. Matth. 18. ende 28. 20. Joh. 14.
16, 23.
VRAC4E 48.
Maer soo de menscheyt niet overal en is daer is, werden dan die twee naturen in Christo niet van een ander gescheyden? Antw. G-antschelick niet: want mitsdien de Godtheyt onbegrijpelick, ende overal tegenwoordigh is, soo moet volgen datse wel buyten haer aengenomen menscheyt is, ende persoonelick met
de Godtheyt
haer vereenight b
V. Blijven Christo
die
blijft.
twee
naturen
altijt
vereenight in
'?
b c
A. Ja. V. Wordense noyt van malkanderen gescheyden? A. Neen. V. Waerom worden die naturen niet gescheyden? A. Om dat de Godtheyt overal is daer de menscheyt
is.
V. Maer de menscheyt is niet overal daer de Godtheyt is; ergo, soo isse van de Godtheyt gescheyden? A. Dat volght niet. d V. Daer uwe ziele is, is daer elck lidt van u lichaem ? A. Neen. d V. Daer elck lidt van u lichaem is, is daer de ziele ? A. Ja. d V. Wort dan de vereeniginge niet gescheyden tusschen de ziele ende het lidt? A. Neen.
c
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's