GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 131

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 131

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

Van

des Menschen Ellende.

127

soodanige, dewelcke dese waerheyt niet hebben aengenomen, noch beleden; maer deselve in hare con» scientien hebben gehaet , ondertusschen van deselve overwonnen zijn soo datse niet hebben tot haerder verontschuldinge. Siet Matth. 12. 24, 31. Maer de Pharizeen dit gehoort hebbende seyden, Dese werpt de Duy velen niet uyt dan door Beelzebul den Oversten der Duy velen. vs. 31. Daerom segge ick u, alle ,

,

ende lasteringe sal den menschen vergeven worden maer de lasteringe tegen den Geest en sal den menschen niet vergeven worden. Joh. 9. 41. Jesus seyde tot haer Indien ghy blint waert, soo en soudt ghy geen sonden hebben: maer nu seght ghy, sonde

,

,

wy

soo

sien:

blijft

uwe

sonde.

2.

Van soodanige

menschen, dewelcke dese waerheyt, van deselve overwonnen zijnde hebben aengenomen, deselve hebben toegestemt ende beleden ende daer na van selfs deselve verlaten ende vervolgen waer op dat siet den Apostel Paulus Hebr. 6. vss. 4, 5, 6. Want het is ,

;

,

onmogelick, de gene die eens verlicht geweest zijn, ende de hemelsche gaven gesmaekt hebben, ende des Heyligen Geests deelachtigh geworden zijn, &c. ende soodanige worden genoemt Apostaten. V. Is dese sonde oock in de herborene, ende geloovige kinderen Godts ? A. Neen: 1. Joh, 5. 16, 18. Indien yemant sijnen broeder siet sondigen een sonde niet tot de doot, &c. VS. 18. weten dat een yegelick die uyt Godt geboren is, niet en sondight, &c. V. Waerom wort dese sonde genaemt een onvergeeflicke sonde, Matth. 12. 31. Een sonde der doot, ] Joh. 5. 16? A. Niet om dat de swaerheyt van die sonde, de waerdigheyt van de verdiensten Christi overtreft; maer om dat Godt sijne genade hier wil staken ende eyndigen soo dat die gene die dese sonde doen eyndelick gestraft worden met een blijvende blintheyt ende verstocktheyt des herten soo datse nimmermeer

Wy

;

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 131

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's