Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 571
Van
de Vergevinge der sonden.
567
V. Vergeeft Godt dan erfsonden ende dadelicke sonden ? A. Ja. V. Vergeeft hy oock alle kleyne sonden? b
b
A. Ja. V. Maer is het wel noodigh dat Godt de kleyne sonden vergeeft? A. Ja. c V. Waerom? A. Om dat de mensche selfs om een kleyne sonde soude verloren gaen. V. Bewijst dat? d A. Rom. 6. 23. Want de besoldinge der sonde is de doet. c V. Verdienen dan de minste sonden de eeuwige doot ende verdoemenisse ? A. Ja. c V. Waerom? A. Om datse strijden tegen de hooghste ende oneyndige Majesteyt Godes. d V. Wat nut ende profijt hebt ghy uyt de vergevinge der sonden ? A. Dat ick nu nimmermeer in 't gerichte Godts sal c
komen, c
c
V. Sullen dan de ware geloovige worden ten jonghsten dage?
niet geoordeelt
A. Ja: 2. Corinth. 5. 10. Want wy alle moeten geopenbaert worden voor den rechterstoel Christi, &c. V. Hoe seght ghy dan dat ghy nimmermeer in het gerichte Godts sult komen? A. Dat is, dat ick wel sal geoordeelt, maer niet veroordeelt worden.
AENHANGHSEL VAN DE VOLDOENINGE VOOE DE SONDEN. a
V.
Kan
doen ?
een mensche voor
sijne
sonden niet vol-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's