GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 348

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 348

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

Van Godes

344

d

Voorsienigheyt.

A. Neen. V Het quaet te ordineren ende te stieren tot een goet eynde of op occasie van dat quaet eenigh goet te wercken is dat sonde ? A. Neen. V. Kan Godt het quaet beletten? A. Ja: Actor. 17. 28. Want in hem leven wij, ende bewegen ons, ende zijn wy. V Waerom en belet hy 't niet? A. Om dat het hem niet en belieft. V. Is Godt gehouden alle quaet te beletten ? A. Neen. V. Wie zijn die gene, die niet recht ende volkomentlick leeren hoe, ende dat de Heere de sonde regeert? A. De Remonstranten Roomsch-gesinden &c. V. Waerom loochenen sy dit seggense, dat hier uyt sal volgen dat Godt een autheur van de sonde is ? A. Ja en dat sonder de minste waerschijnelickheyt. V. Maer het schijnt nochtans dat Godt den mensche het quaet ingeeft 2. Sam. 16. 10. De Heere heeft geseyt, Vloeckt David? even als A. Dit moet alsoo niet verstaen werden of Godt Simei hadde geheeten ende belast David te vloecken; ja als of de Heere hem dien vloeck hadde want soo soude de Heere geingegeven in 't herte stelt worden een autheur van het quaet ende de sonde het welck grouwelick is van Godt te dencken. te zijn Maer hier door wil David niet anders te kennen geven als dat de Heere desen vloeck Simei hadde toegelaten ende niet belet ('t welck hy volgens syne groote kracht ende mogentheyt hadde konnen doen, soo het hem ten belieft hadde) ende den selven toegelaten zijnde goede geordineert, ende geregeert ten besten van David, om hem daer door te tuchtigen ende te kastijden van wegen sijne begane sonde van overspel met Bathseba de huysvrouwe van Urias, als oock van wegen den dootslagh begaen aen Urias selfs: 2. Sam. H, ten ,

,

d

d d d

,

,

d

;

,

:

d

,

,

:

,

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 348

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's