Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 185
Van de
181
Straffe.
A. Door sijn eygene vrywillige ende moetwillige ongehoorsaemheyt gelijck dit in 't lanck ende breede is aengewesen op de 6. ende 7. Vrage. :
Vrage
10.
Wil Godt sulcke ongehoorsaemheyt ende afval ongestraft laten?
Antw.
hem
Neen hy geensins: maer hy vertoornt
schrickelick, beyde over de aengeborene ende
werckelicke sonden, ende wil die door een rechtveerdigh oordeel, tijdelick ende eeuwighlick straffen
,
alsoo
hy gesproken
yegelick die niet en is
in den boeck des
heeft
:
Vervloeckt zy een geschreven
blijft in al dat'er
Wets dat hy
dat doe.
V. Wil Godt de sonde straffen?
A
Ja V. Wil Godt niet een sonde ongestraft laten? A. Neen. V. Hoe vergeeft hy ons dan alle sonden? A. Om Christi wille. V. Die maer een sonde doet, is die schuldigh aen den vloek des Wets? A. Ja. V. Werckt alle sonde Godts toorne ? A. Ja. V. Is er eygentlick toorne in Godt? A. Neen. V. Wat beduyt Godts toorn? A. Een afkeer van de sonde, en een wil ende genegentheyt om deselve te straffen. V. Hoe wertse hem toegeschreven? A. Menschelicker wijse, of door gelijckenisse.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
![Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 185](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voetius-catechisatie-over-den-heidelbergschen-catechismus/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's