Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 162
Van den Val
158
des Menschen.
ken die genade, waer mede dat hy konde staende blijven ?
A. Neen. V. Wat heeft Godt dan gedaen? A. Godt is niet voortgegaen in 't geven ende medewercken van die genade; soo dat G.odt, om rechtte seggen niet gegeven heeft die versterckende ende medewerckende genade, hoedanige hy den uytverkoren Engelen gegeven hadde. V. Heeft Godt den mensche tot den val genootsaeckt? d A. Neen. V. Heeft Godt den mensche versocht tot den val? c A. Neen. V. Heeft Godt den mensche verlaten? c A. Godt heeft den mensche verlaten, soo ghy het verlaten noemt, dat hij de versterckende ende medewerckende genade den mensche voor dien tijt niet
d
,
d
gegeven heeft, den mensche hemselven gelaten, V. Maer waerom heeft Godt sulcks gedaen?
A. Om dat hy soo gewilt heeft. V. Wie is dan de oorsaeck van den val? A. De mensche. V. Welcken mensche, Adam of Eva? c A. Alle beyde. V. Is de mensche de eygene oorsaeck van den val? € A. Ja. V. Is de mensche vrywilligh gevallen? e A. Ja. V. Is hy gantschelick vrywilligh gevallen? c A. Ja. c V. Is daer eenigh dwingen ofte natuerlicke nootsakelickheyt in den val geweest? A. Neen. d V. Kan den val niet innerlick ende in sich selven, of ten aensien van sijne eygene oorsaeck, vrywilligh geseyt worden, ende evenwel eenighsins nootsakelick geseyt worden, ten aensien van eenigh uyterlicke c
opsicht ?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's