Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 507
Van d
V.
Waer mede
't
sult
ghy u dan troosten tegen uwe
machtige vyanden? A. Met de bewaringe d
503
uyterste Oordeel.
Christi.
V. Bewijst, dat Christus u bewaert? A. Matth. cap. 16. vs. 18. Ende de poorten der helle en sullen deselve niet overweldigen. Luce cap. 22. vss. 31, 32. Joh. 10. vs. 28.
Vrage
Wat
troost
52.
om
u de wederkomste Christi
te
oordeelen de levendigen ende de dooden?
Antw.
Dat lek in
alle droeffenisse
ende vervol-
ginge, met opgerechten hoofde even den
selven,
voren om mijnent wille voor Godts gerichte gestelt, ende al den vloeck van my wechgenomen heeft, tot eenen Rechter uyt den hemel verwachte, die alle sijne ende mijne vyanden in die
hem
te
de eeuwige verdoemenisse werpen, maer
my met
uytverkorenen tot hem in de hemelsche schap, ende heerlickheyt nemen sal.
blijdt-
alle
a
d d b
V. Staet'er oock een oordeel te verwachten ? A. Ja. V. Oordeelt oock Godt van te voren? A. Ja. V. Hoe wort dat oordeel genoemt? A. Een particulier oordeel, V. Hoe wort dat oordeel genoemt, dat te verwachten staet? •A.
c
d
Een algemeyn
oordeel,
V. Hoe veelderley oordeel is'er dan? A. Tweederley: een particulier ende algemeyn. V. Maer soo daer een particulier oordeel is waerom sal Godt dan noch een algemeyn ordeel houden ? ,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's