GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 479

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 479

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van

475

Christi Opstandinge.

V. "Wanneer is Christus dan opgestaen? A. Na dat de Engel de steen van het graf hadde afgewentelt.

V. Konde Christus den steen niet wechdoen door Goddelicke kracht? A. Ja. V. Waerom heeft hy hier toe dan den dienst van den Engel gebruyckt? A. Om dat het hem soo gelieft heeft. V. Waer in is dan de verheerlickinge deser opstandinge Christi, soo na lichaem als na ziele, gelegen? A. In sekere qualiteyten ende hoedanigheden, daer mede de menschelicke nature soo na lichaem als na siele, is begaeft geworden; gelijck de salige opstandinge medebrenght, 1. Corinth. 15. 42, 43, 44. Na den lichame, als hebbende afgeleyt alle swackheden, als honger, dorst, vermoeytheyt sterffelickheyt. Na de ziele als ontslagen zijnde van alle mensijne

,

,

,

swackheden, die deselve is onderworpen doch sonder sonde, ende voorsien van alle sulcke treffelicke gaven, als eenigh schepsel hebben kan. Na ziele ende lichaem te gelijck, als hebbende oock heerschappije over levendige ende dooden. Rom»

schelicke

geweest,

14. 9. Matth. 28. vs.

18.

V. Maer moest Christus nootsakelick opstaen van

den dooden? A. Ja. V. Was het niet genoegh dat hy gestorven was ? A. Neen. V. Waerom niet? A. 1. Om dat sulcks voorseyt was, Genes. 3, 15. ende 22. 18 Psalm 16. 10. Want ghy sult mijne ghy sult niet toelaten ziele in de helle niet verlaten dat uwe heylige de verdervinge sie. Matth. cap. 12. VS. 29. en 17. vs. 23. ende op andere plaetsen. 2. Om sijn ampts wille, het welcke hy volkomentlick niet soude hebben konnen uytrechten indien hy niet en was van den dooden opgestaen: want hy moeste ,

:

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 479

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's