GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 315

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 315

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van

het Besluyt Godts.

311

Godt het welck geen Godt is als aen een principale ende voornaemste oorsaeck, ofte aen een minder oorsaeck, 't zy bewegende of instrumenteele of een voorgaende conditie? ,

,

,

A. Neen. V. Is dan het besluyt Godts absoluyt? A. Soo ghy het absoluyt eygentlick verstaet van het willen besluyten vorenschicken ende ordineeren Godts als aen geen oorsaeck ofte conditie dependerende, soo seggen wy, dat het besluyt Godts absoluyt is. Maer soo ghy het absoluyt oneygentlick neemt, te weten, voor de gewilde ende beslotene saeck, soo kan het geseyt worden geconditioneert te zijn: niet dat het de conditie van de wille Godt is maer van de sake die Godt wil. Doch wy willen dat niet seggen, even als of geen uyterlick object ende geene conditie den wille Godts voorgeworpen wiert, want Godt wil de conditie maer dat willen wy seggen dat de wille Godts niet conditioneel noch geoorsaeckt is maer de sake die gewilt wort is een oorsake of een conditie van een ander sake, die daer van dependeert. V. Verklaert dit wat naerder door een gelijcke,

,

,

,

,

:

,

,

nisse ?

A. Godt wil den opgangh der Sonnen, ende dienvolgens oock den dagh niet dat de opgangh der Sonne de oorsaeck is van den wille Godts maer een oorsaeck van den dagh soo oock het geloove tot de saligheyt dienende is geen instrument of oorsaeck van den wille Godts waer door de selfde wille soude maar een instrumenteele oorvoorgebracht werden saeck van mijn saligheyt als sonder welcke ick niet kan saligh worden: Hebr. 11. 6. Maer sonder geloove is het onmogelick Gode te behagen. Joh. 3. 16, 34. V. Heeft Godt het quaet besloten? A. Godt heeft het quaet niet besloten als quaet, maer de toelatinge van het quaet, ende de ordineeringe des quaets ten goede ende dat en is geen quaet, maer goet. :

,

:

,

,

;

,

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 315

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's