Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 211
Van Antw.
het Middel der Verlossinge.
Neen
geen ander
:
want ten eersten en
207
wil Godt aen
de schuit straffen die de heeft: Ten anderen, soo en
creaturen
mensche gemaeckt kan oock geen bloote creature den
last des eeuwigen toorns Godts, tegen de sonde dragen, ende andere creaturen daer van verlossen.
V. Alsoo wy nu gehoort hebben, dat wij door ons selven de gerechtigheyt Godts niet konnen voldoen, moet het dan een ander doen in onse plaetse? A. Ja. V. Kan oock ergens een bloote creature gevonden werden, die voor ons betale?
A. V. A. V. A. V. A. V.
Neen.
Kan dan geen
creature voor ons betalen?
Ja.
Wat
is
een creature?
Een
schepsel Godts. Wat is een bloote creature? Alleen een schepsel Godts. Is daer wel een creature , die geen bloote creature is?
A. Ja. V. Welck is die ? A. De Heere Jesus Christus. V. Waerom is hy geen bloote creature? A. Om dat hy oock Godt is. V. Kan een oprecht mensche voor ons niet betalen ? A. Neen te weten , die een bloot mensche is ? V. Kan een Engel voor ons niet betalen ? A. Neen. V. Heeft een Engel wel sonde? A. Neen. V. Hoe komt dan, dat een Engel voor ons niet betalen kan? A. Om dat Godt aen geen ander creature de schuit :
straffen wil die
de mensche gemaeckt heeft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's