GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 96

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 96

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

84 der Synode. Hij wenscht dat eerst Lubbertus en dan

hoord worden, opdat

hij,

hij

ge-

één van tweeën óf beter onder-

moge worden en weder huiswaarts kan keeren ter waarneming van zijn ambt. En bijaldien de zaak niet in volle Synode zou kunnen behandeld worden, dan zou hij gaarne een Commissie gekozen zien waarvan richt óf vrijgesproken

Lubbertus de ééne helft en hij de andere helft mocht kiedan naar bevind van zaken aan de Synode rapport zou doen. Na lezing vraagt de Voorzitter aan Lubbertus, die lid der Synode is, krachtens Deputatie der Staten, ^) wat de stand der quaestie is, waarover dit verzoekschrift inkwam. Lubbertus geeft alsnu zijn verhaal van de aanleiding en den oorsprong der twisten, deelt mede dat het de wensch der Staten van Friesland is dat de zaak in volle Synode zou behandeld worden, beweert dat niet hij de aanklager is, maar de Classis van Franeker, betoogt dat hij dus geen partij is en op Maccovius' voorslag om een Commissie te benoemen niet wil ingaan; en zegt ten slotte dat de Staten hem opgedragen hadden alhier de mond der Classis van Franeker te zijn. De Voorzitter deelt mee dat op deze zaak wel dient ingegaan, overmits de Friesche Staten zulks aan de Afgevaardigden der Generale Staten verzocht hadden, en daartoe al de noodige bescheiden hadden overgezonden. En daar alzoo Lubbertus „sicut antehac in lite pars non fuerat, sic et nunc nu Ho modo se veile haberi pro parte protestatur," ^) en dus niet als „partij in geding" behandeld kon worden, vroeg de Voorzitter of men eerst Maccovius nog hooren zou of wel de casus positie uit de stukken wenschte op te maken. Er werd besloten dat men den volzen, die

')

De Theologische Hoogleeraren werden door de

Provinciale Staten naar de

Synode

gedeputeerd, en hadden onder de Nederlandsche afgevaardigden de eerste plaats, en recht

van

stemming. Als

vertegenwoordigd

is,

bij

schrijft

de

opening der

Synode de Franeker Academie niet

de Synode dan ook aan de Generale Staten dat die aan

de Friesche Staten over de missie van een der Franeker Hoogleeraren zouden ven. Sinds 23 ')

November

Golden Eemains,

p.

is

dan ook Lubbertus

539.

lid

der Synode.

schrij-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 96

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's