GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 381

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 381

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

369 qui dicit,

qua

Begem

est peccator.

esse

honorandum, qui

est

peccator, sed

non

''

Maccovius schijnt het eerst zijn Theses verdedigd te hebben „quod Christus quatenus Mediator, cultu religioso non sit adorandus" en daarop door Amesius met antiTheses te

zijn

aangevallen

Maccovius had voor

zijn

*).

standpunt 5 redenen opgegeven.

dat het officium Christi Mediatorium een

1".

relatie

is,

en een relatie nooit onmiddellijk obiect van aanbidding

kan

zijn.

dat de potestas van Christus eene potestas mediatoria,

2.

concessa

is,

(Matth. 28:18; Joh. 17:2) welke potestas wel

is van de potestas essentialis, die de Zoon met den Vader gemeen heeft, en ook wel potestas ingenita genoemd wordt. En nu, wijl Christus als Middelaar een gegevene macht heeft, mag hij als Middelaar geen goddelijke culte ontvangen, die alleen den onafhankelijken God

te onderscheiden

toekomt. dat het officium Mediatoris van Christus slechts

S*'.

tijde-

en niet eeuwig, en al wat tijdelijk is, mag geen eere ontvangen die volgens de eerste tafel alleen aan den eeuwigen God toekomt. 4". dat het officium mediatorium eindig is, en te zijner

lijk

is,

tijd

ophouden

zal (1 Cor. 15

:

28).

dat ook hier de Theologische regel dooren ten gaat: „Inaequalitas officii non tollit aequalitatem naturae." Christus als Middelaar is niet gelijk aan God. Als wij Hem, 5.

echter als zoodanig goddelijke eer bewezen, dan zouden wij die ongelijkheid wegnemen, er gelijkheid voor in de plaats stellen en dat

')

sitie

Ik

maak

dit

op

nu mag

uit

niet

*).

deze woorden van Maccovius, wanneer

eene captatio benevolentiae maakt, daaraan toevoegende

:

hij

voor zijne oppo-

„Hoc eo praemittimus,

molestum nobis non aceidit, quod theses nostrae de quaestione hac quod Christus quatenus Mediator, cultu religioso non sit adorandus, sint oppugnatae ita vicissium illis, qui hoc egeruni, molestum accidere non debet, si nos ab iisdem oppugnationibus eas defendamus." (Loc. Comm., p. 292.)

ut ostendamus, ut disputatae,

:

=)

Loc. Comm., p. 287, 288.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 381

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's