Johannes Maccovius - pagina 346

334

En

dat Maccovius in het debat als zoodanig veel sterker stond dan Amesius. Green wonder, want Amesius klaagt zelt 2.

reeds in de voorrede van zijne Medulla: ^^Non deerunt ex altera parte, qui

maiorem Logicae

derabunt. Quibus nee potui ego imperfectione,

si

artis

accurationem

desi-

mea omnibus

voluissera, ex propria

plane satisfacere, nee volui eerte in

propter aliorum defeetus." En daar staat tegenover dat Maceovius, de groote leerling van Keekermann, juist in debating-power facile prineeps was. Wat echter het materieele der quaestie aanbelangt, zoo

quantum

zien

we

potui,

aanstonds

al

dat hier twee

quaesties

dooreen-

wat ons voorgehouden wordt te gelooven, waar is, en 2. of wat wij suhiectief gelooven dat waar is, ook obiectief waar is. M. a. w. er is een theologische èn een psychologische quaestie in het geding. Wat nu het gestrengeld

zijn, n.

1.

1".

of

eerste aangaat, zoo dient ook hier gelijk

overal

opgemerkt

te worden,

waar over de verborgen dingen sprake

dat die voor den Beere onzen God

is,

Over die verborgen dingen Gods moet niet gesproken worden, dan nadat het Besluit gebaard heeft, zooals onze vaderen dat zeer eigenaardig uitdrukten. Dat Maceovius er toch over redeneerde komt door zijn eigenaardige stelling, dat niet Gods geopenbaarde wil, Gods eigenlijke wil is, maar Gods verborgen wil. Hij zegt over de onderscheiding van Gods geopenbaarden en verborgen wil: ^;Hinc voluntas Dei vocatur beneplaciti, quam Theologi contra distinguunt voluntati signi, quae distinctio non est nisi voeis ambigu ae. Nam voluntas signi non est voluntas proprié, est enim nihil aliud quam verbum Dei; zijn.

Beneplaciti voluntas est proprie dicta voluntas." O Wat het tweede aangaat kan niet anders gezegd worden dan dat

Maccovius ongetwijfeld

gelijk

had.

Wie

niet

gelooft dat

obiectief waar is, wat hij subiectief voor waar houdt, twijfelt aan zich zelf, heeft alle vastigheid in het bewustzijn verloren, wordt krankzinnig. Over deze quaestie, voor wat het eerste deel, het theologische dus aangaat, is zeer veel geschreven, maar na te

')

Loei Communes, p. 183.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen