Johannes Maccovius - pagina 222
210
H. Schrift te verdraaien, het eftect was de algeheele terzijdestelling der H. Schrift.
Maar daarom
*)
raag het goede element der Scholastiek niet
over het hoofd gezien vs^orden, met de schelp
om
mag
weggeworpen worden. Vooreerst moet de
niet
de parel
(SpocxuKoylx,
„breviter et nervose" uit te drukken, geprezen.
zich
^)
Dan moet erkend dat er inderdaad „philosophemata quaedam laudabilia" zijn. Voorts mogen dankbaar aanvaard de „luculenta testimonia" der Patres, die de eclectische Scholastiek der eerste periode heeft opgespeurd.
Dat goede der Scholastiek moet behouden. bruik dat er van gemaakt
is,
mag
Om
het gebruik niet
het mis-
worden
Usus non tollitur per abusum! Daarom zal de Gereformeerde Theoloog de Scholastieke studie wel ter dege te betrachten hebben: nagelaten.
quantum
Theologia in usum vocanda est, in eiusve termini prodesse queunt; sed vitandus
Scholastica
„Igitur
illa
omnis eius abusus: servandus hic, ut in omnibus rebus, modus, et cavendum, ne quid nimis." ^) Als laatste degelijk en uitnemend Theoloog der Gereformeerde Scholastiek kunnen we nog op Comrie wijzen. Hij is de eenige, die in de periode van Theologisch verval, toen door Brakel, Smijtegelt, v. d. Groe en anderen de anthropologische beschouwing de Theologische verdrong, door zijn Catechismus en Examen van Tolerantie een „keurbende" bleef vormen. *) Dr. Honig in zijn uitnemende studie over Alexander Comrie zegt dienaangaande: „In zijne (van Comrie n.1.) dagen begonnen n.1. vele theo-
')
De Mooe,
^)
Over
Trinitatis,
termini
c,
1.
I,
p.
81.
punt zegt De Moor nader: „Sic ergo exulare deberent quoqoe voces Consubstantialis, è^.oov<Tiov, Satisfactionis Christi etc. Sant autem eiusmodi dit
technologici
in
quod notae numerales in Arithmeticis, litterae Nee minns absurde exigas a Theologo et Doctore in Acade-
Theologicis,
singulae
in
mia,
omnes terminos Theologicos
a
ut
Algebraicis.
Concionatore,
ut
in
explicando
in
textu
aeternum mittat exilium; quam sacro
nulla
extaret in S. Litteris." (p. 82.) ^) *)
De Mook,
1.
c,
I,
p.
52.
Dr. Honig, Alexander Comrie, Inleiding, p. III.
alia uteretar voce,
si
exigeres
quam quae
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's
![Johannes Maccovius - pagina 222](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's