GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 338

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 338

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

326

voor

is

allen,

nen, niet aan.

maar

effect alleen heeft

voor de uitverkore-

^)

Amesius concludeert van het kunnen zijn, tot het Maar: a posse ad esse non valet conclusio.

werkelijk

zijn.

7".

zijn

Maccovius geeft thans een breede uiteenzetting van standpunt, hetwelk hierop neerkomt:

In Gods geopenbaarden wil hebben derscheiden:

1.

den moet; 2". Deus revelat, quid a nobis nobis facturus

we

tweeërlei te on-

wat God gebiedt dat door ons gedaan worwat God Zelf in ons doen wil; „aut enim fieri

debeat,

aut quid ipse in

sit."

Ten opzichte nu van het eerste, zijn we gehouden te gelooven dat wat God gebiedt, God dat ook wil, volgens Deut. 29 29, waar „particuJa UT finem notat in hoc loco scriptu:

rae, Bevelata ut ea faciamus, scilicet

hoc

line revelata."

^)

Ten opzichte van het tweede echter, leert Maccovius, dat God soms iets zegt dat Hij niet wil, maar hetwelk wij echter, bij de aankondiging er van, gehouden zijn te gelooven. „Quae Deus promittit, tenemur credere. Atqui Deus promittit quaedam, quae non vult." ') Hiertegen nu kwam Amesius op met de bewering, dat al Gods beloften en Gods bedreigingen conditioneel zijn. *) Maccovius handhaaft dan zijn gevoelen, dat al Gods beloften met een doel „de fine" zijn gegeven, en voorts dat God tot dat doel door middelen wil geraken, en concludeert dan dat de mensch gehouden is te gelooven, dat God die middelen wil, die Hij hem voorhoudt en verordineert, maar dat het van achteren vaak blijkt, dat God Zijn doel door andere middelen heeft willen bereiken, „ut liquet ex eventu." Ten overvloede haalt Maccovius eenige testimonia aan

van godgeleerden, waarop

')

Loei

et singulis,

Communes,

p.

et efflcaciter

785.

Loei Communes,

p.

786.

^)

Loei Communes,

p.

787.

^)

Medulla, p. 397.

zich beroepen kan,

„Quod Christus mortnus

pro electis."

^)

hij

waarvan

est sufficienter pro

omnibus

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 338

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's