GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 334

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 334

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

322

bleek het weer van achteren, dat het alzo o niet in Gods

was besloten. ^) Hoewel de Medulla op

E,aad

dit

Argument

niet ingaat, schijnt

Araesius toch geantwoord te hebben, dat Israël slechts con-

aan zijn intocht in Kanaan mocht gelooven. vroeg, in terugslag op de conditie Maccovius Doch toen van Adam, of ook aan de voldoening der conditie geloofd moest worden^ „hic ille regerebat credendam etiam fuisse conditionem.'" En toen Maccovius verder vroeg: „aut absolute aut cum conditione," bleef Amesius het antwoord schuldig, en noteert Maccovius „ad quod responsum frustra ditionaliter

:

expectabatur."

^)

Betoogt Maccovius, dat Abraham gehouden was te gelooven, dat het Gods wil was, dat hij zijn zoon zou slachten. En toch bleek het niet alzoo te zijn, en moest Abra5".

ham

dus

iets

Dit schijnt

onwaars gelooven. *) wel het hoofdargument geweest

te zijn dat

een besliste opinie in deze zaak gebracht Maccovius heeft. Overal elders als hij over deze quaestie spreekt, haalt hij bijna uitsluitend dit ééne argument aan. En telkens ook tot

komt Amesius

in

zijn

tractaat

„de fidei divinae veritate"

op dit argument terug. Hij zegt dan: „Deus dicitur veile, et quod praecipit, quamvis non decernat futurum.'" *) Inderdaad een heel zwak argument, waarop Maccovius dan ook kort en bondig met een „at hoc nihil ad rem" antwoordt. ^) Het is hier niet de quaestie of Abraham gelooven moest dat God het hem heval, dat is buiten kijf, maar of Abraham ook gelooven moest dat God het ivüde. In zijne Distinctiones Theologicae, cap. II, heeft Maccovius een proeve

van oplossing gegeven, waar

hij

in § 5 zegt:

„Mandata

alia

sunt obedientiae, alia explorationis, alia convictionis." B.v.

')

Loei Communes,

p.

^)

Loei Communes,

p.

783.

*)

Loei

Communes,

p.

784.

*)

Medulla, p. 391.

'')

Loei Communes, p. 784.

783.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 334

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's