Johannes Maccovius - pagina 198

186

Maccovius tot verdediging dezer technische uitdrukkingen en kunsttermen aanvoerde. Maccovius erkent zelf dat de H. Schrift geen philosophische taal heeft. „Stylus sacrarum Lite-

rarum est popularis; Scriptura enim non Philosophatur." *) Maar Maccovius heeft reeds aangetoond, dat de H. Schrift obiect van wetenschappelijk onderzoek (cfr zijn modus magis exquisitus) is voor den wedergeboren Theoloog met de ratio illuminata, „Sive in ecdesiis, sive in tinctie die hij aangeeft.

En

gebruikt, dan voegt

er meestal

cet,"

of „ut

hij

Scholastici

malunt." Juist dat in losophie

en

de

als hij

dicunt/'

scJioIis'''

is

de

dis-

dan een schoolschen term aan toe: „ut Schola doof

„ut

in

scholis loqui

de Logica en de PhiMetaphysica als instrumenta gebruiken, Scliola docere,

brengt noodwendig met zich mee het spreken van een schoolsche taal en het aanwenden van schoolsche termen.

En

als dan b. v. in den Locus de Trinitate bij de quaesvan het onderscheid tusschen Wezen en Persoon, gevraagd wordt: „An ista vocubula toleranda, in scriptura qui non haberi videntur?" dan antwoordt Maccovius: At res ipsa habetur in scriptura; ubi autem de re constet, in verbis faciles esse debemus. Aequipollens personae extat, Hebr, 1. 8. Ubi Christus ó x^^P^^'^hp T>i? •JTroTTXfrsccc röv Trxrpóg: Idem de vocabulo trinitatis censendum; huius enim synonymum a lege coniugatorum est; vide, 1 Joh. .5. 7. ^) En na dan aldus het gebruik der kunsttermen te hebben aangegeven^ en de gronden ter verdediging er van te hebben aangevoerd, spreekt hij in zijne Metaphysica nader over den modus quo „Usus terminorum Philosophicorum eonsistit, vel in applitie

catione, vel in

modo

applicandi."

Er is namelijk een tweevoudig gebruik dier termen. Ze kunnen n.1. óf proprie óf analogice gebruikt worden. Dan heeft

men

waar

al

voorts zeer te letten op de quaestiories mixtae,

van

zelf philosophische

woorden en kunsttermen

in begrepen zijn door het obiect. Maccovius gaf reeds elders

')

Dist. Theol., p.

^)

Theol. Quaest., p. 37, 38.

62.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen